ECLI:NL:RBDHA:2023:17438
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.J.P. Bosman
- M.J.J. Roks
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 27 oktober 2023, beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening dat door verzoeker is ingediend. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.M.V. Bandhoe, heeft het verzoek ingediend tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die bij besluit van 13 december 2022 heeft vastgesteld dat verzoeker geen rechtmatig verblijf als Unieburger heeft in Nederland. Dit besluit werd bevestigd in het bestreden besluit van 14 april 2023, waarin op het bezwaar van verzoeker werd beslist en de conclusie werd getrokken dat verzoeker geen rechtmatig verblijf heeft.
Tegelijkertijd met het indienen van het verzoek om voorlopige voorziening, heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. De voorzieningenrechter heeft in deze zaak besloten dat partijen niet uitgenodigd worden voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, omdat er op 11 oktober 2023 al mondeling uitspraak is gedaan in het beroep, waardoor de vereiste connexiteit als bedoeld in artikel 8:81 van de Awb niet meer aanwezig is.
De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. drs. J.J.P. Bosman, in aanwezigheid van griffier mr. M.J.J. Roks, en is uitgesproken in het openbaar. Tegen deze uitspraak is geen verzet of hoger beroep mogelijk.