ECLI:NL:RBDHA:2023:17438

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 oktober 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
NL23.13796
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van een verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 27 oktober 2023, beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening dat door verzoeker is ingediend. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.M.V. Bandhoe, heeft het verzoek ingediend tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die bij besluit van 13 december 2022 heeft vastgesteld dat verzoeker geen rechtmatig verblijf als Unieburger heeft in Nederland. Dit besluit werd bevestigd in het bestreden besluit van 14 april 2023, waarin op het bezwaar van verzoeker werd beslist en de conclusie werd getrokken dat verzoeker geen rechtmatig verblijf heeft.

Tegelijkertijd met het indienen van het verzoek om voorlopige voorziening, heeft verzoeker beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. De voorzieningenrechter heeft in deze zaak besloten dat partijen niet uitgenodigd worden voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, omdat er op 11 oktober 2023 al mondeling uitspraak is gedaan in het beroep, waardoor de vereiste connexiteit als bedoeld in artikel 8:81 van de Awb niet meer aanwezig is.

De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. drs. J.J.P. Bosman, in aanwezigheid van griffier mr. M.J.J. Roks, en is uitgesproken in het openbaar. Tegen deze uitspraak is geen verzet of hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.13796

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. A.M.V. Bandhoe),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

1. In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening (NL23.13796) dat door verzoeker is ingediend.
1.1
Verweerder heeft bij besluit van 13 december 2022 (het primaire besluit) vastgesteld dat verzoeker geen rechtmatig verblijf als Unieburger heeft in Nederland.
1.2
Met het besluit van 14 april 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder op het bezwaar van verzoeker beslist en is bij de vaststelling van geen rechtmatig verblijf gebleven.
1.3
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep (NL23.13794) ingesteld bij de rechtbank. Tegelijkertijd heeft verzoeker de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening (NL23.13796) te treffen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Partijen worden niet uitgenodigd voor een zitting in deze zaak, omdat dat op grond van artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is.
3. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard, nu er op 11 oktober 2023 mondeling uitspraak is gedaan in het beroep en er daarom niet langer sprake is van de vereiste connexiteit als bedoeld in artikel 8:81 van de Awb.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. J.J.P. Bosman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.J.J. Roks, griffier.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak is geen verzet of hoger beroep mogelijk.