ECLI:NL:RBDHA:2023:17411
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure inzake mvv-aanvraag
Op 14 november 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een verzoeker die een mvv-aanvraag had ingediend. De verzoeker had op 7 februari 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn aanvraag van 11 juli 2022. Op 13 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, de mvv-aanvraag ingewilligd. Na deze beslissing heeft de verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek, waarop verweerder heeft aangegeven bereid te zijn om de proceskosten te vergoeden tot een bedrag van € 418,50.
De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de overwegingen van de rechtbank wordt ingegaan op de relevante artikelen van de Awb, die de veroordeling in proceskosten regelen. De rechtbank concludeert dat verweerder tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoeker en dat er aanleiding is om verweerder te veroordelen in de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in een eerder bericht heeft toegezegd de proceskostenvergoeding aan verzoeker te betalen. Uiteindelijk heeft de rechtbank verweerder veroordeeld tot een proceskostenvergoeding van € 418,50, gebaseerd op de ingediende beroepschrift en de geldende wegingsfactor.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, rechter, en is openbaar gemaakt. Verzoeker heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.