ECLI:NL:RBDHA:2023:17335

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 november 2023
Publicatiedatum
14 november 2023
Zaaknummer
SGR 23-5117
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen openbaarmaking vaststellingsovereenkomst in het kader van de Wet open overheid

Op 13 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen Westbrick-International B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Westland. Westbrick had een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tegen een besluit van het college van 19 juli 2023, waarin gedeeltelijk werd ingegaan op een verzoek om informatie op basis van de Wet open overheid (Woo). Westbrick was van mening dat de vaststellingsovereenkomst, die op 28 maart 2023 was gesloten, niet openbaar gemaakt mocht worden vanwege een geheimhoudingsplicht die in artikel 9 van de overeenkomst was opgenomen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Hij oordeelde dat artikel 9 van de vaststellingsovereenkomst de bepalingen van de Woo niet opzij kan zetten, aangezien de Woo als uitgangspunt openbaarheid van informatie heeft. De voorzieningenrechter benadrukte dat de verzoeker bij een Woo-verzoek geen belang hoeft te stellen en dat het college had beoordeeld dat openbaarmaking van de documenten, met uitzondering van enkele specifieke gegevens, mogelijk was. Westbrick had niet voldoende onderbouwd welke informatie geheim zou moeten blijven en had bevestigd dat er in de vaststellingsovereenkomst niets stond dat geheim moest blijven.

De voorzieningenrechter concludeerde dat het bezwaar van Westbrick geen redelijke kans van slagen had en dat het college de vaststellingsovereenkomst openbaar mocht maken. Tegen deze mondelinge uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/5117

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

13 november 2023 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

Westbrick-International B.V., gevestigd te Den Haag, Westbrick

(gemachtigde: J.N. van der Windt),
en

het college van burgemeester en wethouders van Westland, het college

(gemachtigde: mr. D. McLean).

Zitting

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 13 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van Westbrick en de gemachtigde van het college.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De motivering van die uitspraak vermeldt de voorzieningenrechter hierna onder de beslissing.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van Westbrick tegen het besluit van het college van 19 juli 2023 over de gedeeltelijke toewijzing van een verzoek om informatie in het kader van de Wet open overheid (Woo) (het bestreden besluit).
1.1.
Westbrick heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
1.2.
De Woo-verzoeker is uitgenodigd om als derde-belanghebbende deel te nemen aan deze spoedprocedure. Op deze uitnodiging is niet gereageerd.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2.1.
De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of hij een voorlopige voorziening zal treffen of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Dat kan een reden zijn om het bestreden besluit te schorsen.
2.2.
Het college heeft een verzoek om informatie in het kader van de Woo ontvangen, waarbij is gevraagd om een kopie van de vaststellingsovereenkomst van 28 maart 2023 tussen de gemeente Westland en Westbrick. Het college heeft vier documenten gevonden die betrekking hebben op deze vaststellingsovereenkomst. Over de openbaarmaking van deze documenten heeft Westbrick een zienswijze gegeven, waarna het college het bestreden besluit heeft genomen. Dit besluit is ook aan Westbrick gezonden.
Het college heeft besloten de documenten gedeeltelijk openbaar te maken.
2.3.
Westbrick is het er niet mee eens dat de vaststellingsovereenkomst openbaar wordt gemaakt. Zij wijst op de geheimhoudingsplicht die is opgenomen in artikel 9 van de vaststellingsovereenkomst. In reactie op het verweerschrift heeft de gemachtigde van Westbrick op de zitting naar voren gebracht dat Westbrick zich afvraagt wie heeft gevraagd om openbaarmaking, waarom die persoon daarom heeft gevraagd, welk belang hij daarmee heeft en wat hij met die informatie gaat doen.
2.4.
De voorzieningenrechter overweegt dat de verzoeker bij zijn verzoek geen belang hoeft te stellen. Dit staat in artikel 4.1, derde lid, van de Woo. In die zin doet het er ook niet toe wie om openbaarmaking heeft gevraagd.
2.5.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan artikel 9 van de vaststellingsovereenkomst de bepalingen van de Woo niet opzij zetten. Uitgangspunt van de Woo is immers openbaarheid van informatie. Dit betekent dat bij de overheid berustende informatie openbaar is, tenzij sprake is van één van de uitzonderingsgronden neergelegd in de artikelen 5.1 en 5.2 van de Woo. Bovendien volgt uit artikel 9 van de vaststellingsovereenkomst dat partijen in beginsel niet in de openbaarheid treden over (de inhoud van) de overeenkomst en de uitvoering daarvan, maar dat er een uitzondering is opgenomen voor eventuele publiekrechtelijke of politieke informatieplichten van de gemeente zoals bijvoorbeeld voortvloeiend uit de Woo. Artikel 9 staat dan ook niet in de weg aan openbaarmaking.
2.6.
Het college heeft beoordeeld of openbaarmaking achterwege moet blijven op grond van één van de uitzonderingen van artikel 5.1 en 5.2 van de Woo en heeft zich op het standpunt gesteld dat op enkele specifieke gegevens na zoals handtekeningen, namen van betrokkenen en enkele beleidsopvattingen openbaar gemaakt kan worden. De voorzieningenrechter stelt vast dat Westbrick niet heeft aangeduid welke informatie in de vaststellingsovereenkomst, voor zover die informatie niet al onleesbaar is gemaakt, volgens haar niet openbaar kan worden gemaakt en welke uitzonderingsgrond op die informatie van toepassing is. Op de zitting heeft de gemachtigde van Westbrick overigens bevestigd dat in de vaststellingsovereenkomst niet iets staat wat geheim zou moeten blijven.
2.7.
Gelet op het voorgaande heeft het bezwaar geen redelijke kans van slagen.

Conclusie en gevolgen

3. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de voorzieningenrechter geen voorziening treft om de openbaarmaking te schorsen. Dit betekent dat het college de vaststellingsovereenkomst openbaar mag maken. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 13 november 2023 door mr. G.P. Kleijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van Y.E. de Loos, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.