ECLI:NL:RBDHA:2023:17307

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
AWB 22/3142
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met niet-ontvankelijkheid door niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die een aanvraag had ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Het primaire besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, gedateerd 20 april 2022, om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, leidde tot bezwaar van de verzoeker. Het bezwaar werd echter niet-ontvankelijk verklaard in het bestreden besluit van 12 juli 2022.

De verzoeker heeft vervolgens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de procedure is vastgesteld dat het griffierecht voor het indienen van het verzoek € 184,00 bedraagt. De verzoeker heeft een beroep gedaan op betalingsonmacht, maar heeft geen onderbouwing geleverd na een aanmaning op 1 juni 2022.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker het griffierecht niet heeft betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim heeft gegeven. Hierdoor is het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/3142

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nr.] ,
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M. Fitters).

Procesverloop

Bij besluit van 20 april 2022 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen.
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij besluit van 12 juli 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:82, eerste lid, van de Awb wordt van de indiener van een verzoekschrift griffierecht geheven. Voor verzoeker is het griffierecht vastgesteld op
€ 184,00.
2. Verzoeker heeft een beroep gedaan op betalingsonmacht. Bij aangetekende brief van 1 juni 2022 is verzoeker in de gelegenheid gesteld het beroep op betalingsonmacht binnen twee weken te onderbouwen. Hier is geen gehoor aan gegeven. Er is daarom alsnog griffierecht geheven.
3. Verzoeker is bij aangetekende brief van 16 mei 2023 in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na de datum van de brief het griffierecht te betalen. In de brief is ook vermeld dat als het griffierecht niet binnen deze termijn wordt betaald het verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
4. De rechtbank stelt vast dat verzoeker het griffierecht niet heeft betaald. Verzoeker heeft ook geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
5. Het verzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening
niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, op 7 november 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.