ECLI:NL:RBDHA:2023:17298

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
AWB 22/2899
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg op 12 april 2022 te horen dat zijn aanvraag was afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Hiertegen heeft verzoeker bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd op 8 juli 2022 niet-ontvankelijk verklaard. Vervolgens heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker het verschuldigde griffierecht van € 184,00 niet heeft betaald. Ondanks dat verzoeker in de gelegenheid is gesteld om een beroep op betalingsonmacht te onderbouwen, heeft hij hier geen gehoor aan gegeven. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geconcludeerd dat het verzoek niet-ontvankelijk is, omdat verzoeker het griffierecht niet heeft voldaan en geen verontschuldiging voor dit verzuim heeft gegeven.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/2899

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nr.] ,
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 12 april 2022 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen.
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Bij besluit van 8 juli 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:82, eerste lid, van de Awb wordt van de indiener van een verzoekschrift griffierecht geheven. Voor verzoeker is het griffierecht vastgesteld op
€ 184,00.
2. Verzoeker heeft een beroep gedaan op betalingsonmacht. Bij aangetekende brief van 17 mei 2022 is verzoeker in de gelegenheid gesteld het beroep op betalingsonmacht binnen twee weken te onderbouwen. Hier is geen gehoor aan gegeven. Er is daarom alsnog griffierecht geheven.
3. Verzoeker is bij aangetekende brief van 2 juni 2023 in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na de datum van de brief het griffierecht te betalen. In de brief is ook vermeld dat als het griffierecht niet binnen deze termijn wordt betaald het verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
4. De rechtbank stelt vast dat verzoeker het griffierecht niet heeft betaald. Verzoeker heeft ook geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
5. Het verzoek is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening
niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, op 7 november 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.