ECLI:NL:RBDHA:2023:17289

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
AWB 22/4634
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, genomen op 12 juli 2022, verklaarde het bezwaar van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroepschrift geen gronden bevatte, zoals vereist volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft eiser de gelegenheid geboden om binnen vier weken alsnog gronden in te dienen, maar op de aangetekende brief van 26 juli 2022 is geen reactie gekomen. Hierdoor heeft de rechtbank, conform artikel 6:6 van de Awb, het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, op 7 november 2023. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/4634

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , eiser

V-nummer: [V-nr.] ,
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 12 juli 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb bevat het beroepschrift ten minste de gronden van het beroep. Dat zijn de punten waarop degene die beroep instelt het niet eens is met het bestreden besluit.
2. Als er geen gronden worden ingediend, kan de rechtbank op grond van artikel 6:6 van de Awb het beroep niet-ontvankelijk verklaren. Dat houdt in dat het beroep niet inhoudelijk wordt behandeld. De rechtbank moet dan wel eerst een mogelijkheid tot herstel bieden.
3. Het beroepschrift van eiser bevat geen gronden. Daarom heeft de rechtbank bij aangetekende brief van 26 juli 2022 aan eiser gevraagd om binnen vier weken alsnog gronden in te dienen. Op deze brief is geen reactie gekomen.
4. Gelet hierop is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, op 7 november 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.