Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[naam eiseres] , eiseres, V-nummer: [V-nr.]
[naam kind]
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de asielaanvragen van eisers met de Jordaanse en Filipijnse nationaliteit. De eisers, een gezin bestaande uit een vader, moeder en hun minderjarige kind, hebben asiel aangevraagd in Nederland op basis van bedreigingen die de vader in Koeweit heeft ervaren. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen afgewezen, maar tijdelijk uitstel van vertrek verleend. De rechtbank heeft de beroepen van eisers op 19 oktober 2023 behandeld, waarbij eisers werden bijgestaan door hun gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris de asielaanvragen heeft afgewezen op grond van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000, waarbij de aanvragen van de vader aan Jordanië en die van de moeder aan de Filipijnen zijn getoetst. Eisers hebben betoogd dat de vader geen Jordaanse nationaliteit heeft, ondanks het feit dat hij een Jordaans paspoort heeft. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft aangenomen dat de vader de Jordaanse nationaliteit heeft, omdat hij een geldig paspoort met een nationaal nummer heeft overgelegd. De rechtbank wijst erop dat het aflopen van de geldigheid van een paspoort niet automatisch leidt tot verlies van nationaliteit.
De rechtbank concludeert dat eisers niet in aanmerking komen voor een asielvergunning, omdat zij enkel problemen in Koeweit hebben ervaren en niet hebben aangetoond dat zij in Jordanië of de Filipijnen te vrezen hebben voor vervolging of ernstige schade. De beroepen worden ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.