Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
- verzoeker;
- de wederpartij in de hoofdzaak;
- de rechter.
Rechtbank Den Haag
Op 15 maart 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker tegen mr. M. Nijenhuis, de rechter in een kort geding. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechter eerder zaken van verzoeker had behandeld en dat de rechter zonder redelijke grond de zitting van 17 maart 2023 had uitgesteld. Verzoeker stelde dat deze omstandigheden leidden tot vooringenomenheid van de rechter.
De rechtbank oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen. De rechtbank benadrukte dat de beslissing om een zitting al dan niet door te laten gaan een rechterlijke beslissing is en dat deze beslissing op zichzelf geen grond voor wraking kan zijn. Bovendien werd vastgesteld dat het feit dat de rechter eerder zaken van verzoeker had behandeld, op zich geen reden voor wraking is, zelfs niet als eerdere beslissingen onwelgevallig waren voor verzoeker.
De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek kennelijk ongegrond was en wees het af. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.