ECLI:NL:RBDHA:2023:17267
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening bij aanvraag uitkering Participatiewet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 november 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoeker had op 18 juli 2023 een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet, welke door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag op 9 oktober 2023 was afgewezen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 november 2023 behandeld, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het college.
De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker onvoldoende informatie heeft verstrekt om zijn recht op bijstand vast te stellen. Ondanks herhaalde verzoeken van het college om aanvullende gegevens, heeft verzoeker niet tijdig de gevraagde informatie overgelegd, waaronder financiële gegevens van zijn onderneming en bewijsstukken met betrekking tot zijn vermogen. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeert, en dat het college terecht de aanvraag heeft afgewezen.
De voorzieningenrechter benadrukt dat de bewijslast voor het recht op bijstand bij de aanvrager ligt en dat het college gerechtigd was om aanvullende informatie te eisen. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel bodemgeding. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, zonder dat er aanleiding is voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.