ECLI:NL:RBDHA:2023:1723
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van verantwoordelijkheid Italië
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.P.G. van Bel, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin was bepaald dat de asielaanvraag niet in behandeling zou worden genomen omdat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 9 februari 2023, samen met een andere zaak (NL23.1259). Tijdens de zitting waren beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak in de zaak NL23.1259 al een beslissing genomen op het beroep van de verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. S.C. Spruijt, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.