ECLI:NL:RBDHA:2023:17225
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- G.P. Loman
- E. Kersten
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak na afwijzing verblijfsvergunning
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De aanvraag van verzoeker is door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen met een besluit van 15 oktober 2021. Na het indienen van bezwaar heeft de staatssecretaris op 24 april 2023 het eerdere besluit gehandhaafd. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld op 19 september 2023, gelijktijdig met de beroepszaak NL23.12482. Tijdens de zitting waren de verzoeker, zijn gemachtigde mr. L. Sinoo, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig. De voorzieningenrechter heeft in een andere uitspraak, zaaknummer NL23.12482, op dezelfde dag uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Aangezien de rechtbank in die zaak al een beslissing heeft genomen, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af.
De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt op 26 september 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.