Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de akte van [naam] van 3 oktober 2023;
2.De verdere beoordeling
173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Den Haag
In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de gemeente Leidschendam-Voorburg en een gedaagde over de eigendom van een strook grond. De gemeente vorderde in conventie dat de rechtbank zou verklaren dat zij eigenaar was van de strook grond en dat de gedaagde deze zou ontruimen. De gedaagde heeft in reconventie gevorderd dat de rechtbank zou verklaren dat zij door verjaring eigenaar was geworden van de strook grond en dat de gemeente moest meewerken aan de notariële vastlegging van deze verjaring. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 31 mei 2023 de vorderingen van de gemeente afgewezen en geoordeeld dat de vordering tot beëindiging van het bezit was verjaard. De rechtbank heeft de gedaagde in haar akte van 3 oktober 2023 laten weten dat de gemeente inmiddels had voldaan aan haar reconventionele vordering. De gemeente heeft echter betwist dat de gedaagde recht had op vergoeding van proceskosten, maar de rechtbank heeft dit standpunt verworpen. Uiteindelijk heeft de rechtbank de gemeente veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de gedaagde, begroot op € 771,00, en de wettelijke rente over deze kosten toegewezen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.