ECLI:NL:RBDHA:2023:1716

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 februari 2023
Publicatiedatum
16 februari 2023
Zaaknummer
NL22.26451
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Frankrijk

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, die ook ten behoeve van haar minderjarige kinderen optrad, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 9 februari 2023, waarbij verzoekster via een beeldverbinding aanwezig was, bijgestaan door haar gemachtigde, mr. H.E. Visscher. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. R.P.G. van Bel. Tijdens de zitting was ook een tolk, A. Shikh Salo, aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening in samenhang met een andere zaak (NL22.26450) behandeld.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. S.C. Spruijt, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL22.26451
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoekster v-nummer: [Nummer]

mede ten behoeve van haar minderjarige kinderen,
[Naam 2], [Naam 3], [Naam 4] en [Naam 5]
(gemachtigde: mr. H.E. Visscher), en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. R.P.G. van Bel).

Procesverloop

Bij besluit van 23 december 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL22.26450, op 9 februari 2023 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen via een beeldverbinding, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Shikh Salo. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL22.26450, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Documentcode: DSR24706764

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.