ECLI:NL:RBDHA:2023:17146

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 september 2023
Publicatiedatum
10 november 2023
Zaaknummer
NL23.22695 en NL23.22698
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van asielaanvragen en verantwoordelijkheidsbepaling onder de Dublinverordening

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, worden de beroepen van twee eisers tegen het niet in behandeling nemen van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvragen op 2 augustus 2023 niet in behandeling genomen, omdat Portugal verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvragen. De rechtbank heeft de beroepen op 5 september 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel de eisers als de staatssecretaris aanwezig waren.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft besloten om de aanvragen niet in behandeling te nemen. Dit oordeel is gebaseerd op de Dublinverordening, die bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval is vastgesteld dat de eisers in het bezit zijn van een Schengenvisum dat door de Portugese autoriteiten is afgegeven. De eisers voerden aan dat de visa door een mensensmokkelaar waren aangevraagd, maar de rechtbank oordeelt dat dit geen belemmering vormt voor de verantwoordelijkheid van Portugal.

De rechtbank concludeert dat de eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat er sprake was van fraude of dat de visa op basis van valse documenten zijn verkregen. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat de eisers geen gelijk krijgen en geen proceskostenvergoeding ontvangen. De uitspraak is gedaan door rechter B. Fijnheer en is openbaar gemaakt op 19 september 2023.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.22695 en NL23.22698

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[eiser 1] en [eiser 2], V-nummers: [V-nummer] en [V-nummer], eisers
(gemachtigde: mr. A.S. Sewman), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, (gemachtigde: mr. S. Aboulouafa).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris heeft de aanvragen met de bestreden besluiten van 2 augustus 2023 niet in behandeling genomen omdat Portugal verantwoordelijk is voor de aanvraag.
1.2.
De staatssecretaris heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft de beroepen op 5 september 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eisers en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het niet in behandeling nemen van de asielaanvragen van eisers. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eisers hebben aangevoerd, de beroepsgronden.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Dat betekent dat eisers ongelijk krijgen en het niet in behandeling nemen van hun aanvragen in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4. De Europese Unie heeft gezamenlijke regelgeving over het in behandeling nemen van asielaanvragen. Die staat in de Dublinverordening. Op grond van de Dublinverordening neemt de staatssecretaris een asielaanvraag niet in behandeling als is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.1 In het geval van eisers is uit onderzoek in EU-Vis gebleken dat zij door de Portugese autoriteiten in het bezit zijn
gesteld van een Schengenvisum dat geldig is van 20 januari 2023 tot 5 maart 2023. Nederland heeft daarom bij Portugal een verzoek om overname gedaan. Portugal heeft dit verzoek aanvaard.
5. Eisers voeren aan de aan hen verstrekte visa zijn aangevraagd door hun mensensmokkelaar. Eisers hadden Nederland als einddoel. Zij hebben alleen hun foto’s en vingerafdrukken afgegeven, en wisten niet dat hiermee door de mensensmokkelaar een visum zou worden aangevraagd. Gelet op het bepaalde in artikel 12, vijfde lid, van de Dublinverordening is het daarom de vraag of Portugal voor de behandeling van hun asielaanvragen verantwoordelijk is. De staatssecretaris had in het claimverzoek moeten vermelden dat de visa door een mensensmokkelaar zijn geregeld.
6. De rechtbank oordeelt als volgt.
7. Op grond van artikel 12, vijfde lid, van de Dublinverordening, voor zover hier van belang, vormt het feit dat het visum is afgegeven op basis van een valse of fictieve identiteit of op vertoon van valse, vervalste of ongeldige documenten, geen belemmering voor het toewijzen van de verantwoordelijkheid aan de lidstaat die het visum heeft afgegeven. De lidstaat die het visum heeft afgegeven, is echter niet verantwoordelijk indien hij kan aantonen dat er is gefraudeerd nadat het visum werd verstrekt.
8. Eisers geven in hun beroepsgrond aan dat zij foto’s en vingerafdrukken aan een mensensmokkelaar hebben afgegeven, en dat daarmee de visa zijn aangevraagd. De staatssecretaris wijst er op dat de identiteitsgegevens op de visa overeen komen met de gegevens die eisers in Nederland hebben opgegeven.
De rechtbank is van oordeel dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat gebruik zou zijn gemaakt van valse, vervalste of ongeldige documenten. Dat bij de visumaanvraag een onjuist doel zou zijn opgegeven, is bij de toepassing van artikel 12, vijfde lid, van de Dublinverordening niet relevant. Ook als de visa wel zouden zijn afgegeven op basis van valse, vervalste of ongeldige documenten, vormt dit op grond van artikel 12, vijfde lid, van de Dublinverordening geen belemmering voor het toewijzen van de verantwoordelijkheid aan Portugal dat het visum heeft afgegeven. De door eisers naar voren gebrachte omstandigheden duiden verder niet op een situatie van aantoonbare fraude dat heeft plaatsgevonden nadat de visa waren verstrekt. Dat zij het visum hebben gebruikt voor een ander doel dan waarvoor het visum is verleend, is niet fraude als hier bedoeld. Gelet op het voorgaande heeft de staatssecretaris in het claimverzoek niet hoeven vermelden dat de visa zouden zijn geregeld door een mensensmokkelaar. De staatssecretaris heeft Portugal terecht verantwoordelijk geacht voor de behandeling van de asielaanvragen van eisers. De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

9. De beroepen zijn ongegrond. Dat betekent dat eisers geen gelijk krijgen. Eisers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
19 september 2023

Documentcode: [Documentcode]

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.