ECLI:NL:RBDHA:2023:17067

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
9 november 2023
Zaaknummer
NL23.32542
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake verblijfsvergunning asiel door gebrek aan gronden

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Marokkaanse nationaliteit, tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag met het besluit van 13 oktober 2023 niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank stelt vast dat het beroepschrift van 13 oktober 2023 niet de vereiste gronden van beroep bevatte. De gemachtigde van eiser is op 13 oktober 2023 gewezen op dit verzuim en kreeg de gelegenheid om dit uiterlijk op 20 oktober 2023 te herstellen. Echter, op 19 oktober 2023 heeft de gemachtigde aangegeven dat eiser geen contact heeft opgenomen en dat er geen nadere gronden aan het beroep zijn toegevoegd. De rechtbank concludeert dat er geen gronden zijn ingediend en dat er geen verschoonbare reden is voor het verzuim.

Als gevolg hiervan verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift indienen als hij het niet eens is met deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.32542

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

geboren op [geboortedatum],
van Marokkaanse nationaliteit,
V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. A.P.E.M. Pover),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 13 oktober 2023 niet in behandeling genomen omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de aanvraag.
1.1.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
1.2.
Het verzoek van eiser een voorlopige voorziening te treffen staat geregistreerd onder het zaaknummer NL23.32543. Hierop wordt bij afzonderlijke uitspraak beslist.

Beoordeling door de rechtbank

2. Op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb bevat het beroepschrift de gronden van beroep. Indien niet is voldaan aan artikel 6:5 van de Awb, kan ingevolge artikel 6:6 van de Awb het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.
3. De rechtbank stelt vast dat het beroepschrift van 13 oktober 2023 niet de gronden van beroep bevatte. Op 13 oktober 2023 heeft de rechtbank de gemachtigde van eiser op het verzuim gewezen en verzocht dit uiterlijk op 20 oktober 2023 te herstellen. Daarbij heeft de rechtbank er op gewezen dat het beroepschrift niet-ontvankelijk kan worden verklaard als niet, of niet tijdig, wordt voldaan aan de wettelijke vereisten.
4. Op 19 oktober 2023 heeft de gemachtigde van eiser aangegeven dat eiser geen contact heeft opgenomen en dat daarom geen nadere gronden aan het beroep ten grondslag worden gelegd. De rechtbank stelt vast dat er (ook op 20 oktober 2023) geen gronden zijn ingediend en dat niet is gebleken van een verschoonbare reden hiervoor.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, rechter, in aanwezigheid van Z.P. de Wilde, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.