ECLI:NL:RBDHA:2023:16971
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake aanvraag van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft eiser, geboren op [geboortedatum] en van Syrische nationaliteit, beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn aanvraag van 15 augustus 2022. De rechtbank, zittende in Groningen, heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank legt uit dat eiser in zijn beroepschrift geen gronden heeft vermeld, zoals vereist volgens artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Eiser is door de rechtbank bij brief van 13 september 2023 verzocht om dit verzuim binnen twee weken te herstellen, maar heeft geen gronden ingediend en geen reden gegeven voor het verzuim. Hierdoor is er geen verontschuldiging voor het ontbreken van beroepsgronden en verklaart de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van B.A. van der Wiel, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.