In deze zaak heeft eiseres, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder geen verweerschrift heeft ingediend en dat een zitting niet nodig is. Eiseres had op 19 september 2022 bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een mvv, en verweerder had de beslistermijn met zes weken verlengd. Eiseres heeft verweerder op 20 april 2023 in gebreke gesteld, wat gebeurde na het verstrijken van de beslistermijn. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat verweerder nog geen nieuw besluit heeft genomen. De rechtbank legt verweerder een termijn van twee weken op om alsnog een beslissing te nemen op het bezwaar van eiseres, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 7.500,-. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 418,50, en het griffierecht van € 184,-. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman en is openbaar gemaakt op 8 augustus 2023.