3.1.[de B.V. c.s.] vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagde] te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis aan de gemeenteraad en het college van B&W van de [Gemeente] , schriftelijk het volgende mee te delen:
“Ik, [gedaagde] , deel het volgende mede in het licht van mijn ingediende zienswijzen van 16 maart 2023 over het project [Project] te [plaats 3] .
De mededeling of suggestie mijnerzijds dat de betaalstromen wijzen op een onrechtmatig verkregen voordeel van miljoenen euro’s voor [de B.V.] en [eisende partij sub 2] en mijn mededeling dat het onrechtmatig verkregen voordeel onder afdreiging, afpersing en/of bedreiging tot stand is gekomen, is onrechtmatig jegens en in strijd met mijn verplichtingen uit hoofde van de vaststellingsovereenkomst die ik met [de B.V.] , [eisende partij sub 2] en [eisende partij sub 3] ben aangegaan.”
2. [gedaagde] te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis aan [Naam 2] schriftelijk het volgende mee te delen:
“Ik, [gedaagde] , deel het volgende mede in het licht van de brief die ik op 24 maart 2023 aan [Naam 2] verzonden heb.
De mededeling of suggestie mijnerzijds dat [de B.V.] , [eisende partij sub 2] en/of [eisende partij sub 3] zich schuldig zouden hebben gemaakt aan bedreiging, afpersing en/of chantage is onrechtmatig en in strijd met mijn verplichtingen uit hoofde van de vaststellingsovereenkomst die ik met [de B.V.] , [eisende partij sub 2] en [eisende partij sub 3] ben aangegaan.”
3. [gedaagde] te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis aan [Naam 2] schriftelijk het volgende mee te delen:
“Ik, [gedaagde] , deel het volgende mede in het licht van de uitlatingen die ik tijdens de mondelinge behandeling van een kort geding op 27 juli 2023 hebben gedaan.
De mededeling of suggestie dat [B.V. II] ernstig is benadeeld door de inkoop van de aandelen van [de B.V.] en [eisende partij sub 2] en de mededeling of suggestie dat deze inkoop van aandelen als gevolg van bedreiging en chantage door [eisende partij sub 3] tot stand is gekomen, is onrechtmatig en in strijd met de verplichtingen uit hoofde van de vaststellingsovereenkomst die ik met [de B.V.] , [eisende partij sub 2] en [eisende partij sub 3] ben aangegaan.”
4. te bepalen dat [gedaagde] een dwangsom verbeurt van € 10.000 voor iedere dag dat zij de hiervoor gevorderde veroordelingen niet nakomt;
5. [gedaagde] te gebieden om de door haar te verzenden schriftelijke mededelingen per aangetekende post via PostNL te versturen en om binnen 48 uur na verzending een afschrift daarvan aan [de B.V. c.s.] te verstrekken alsmede een bewijs van verzending van aangetekende post;
6. te bepalen dat [gedaagde] een dwangsom verbeurt van € 2.500 per dag dat zij in gebreke blijft om aan het onder 5 gevorderde gebod te voldoen;
7. [gedaagde] te verbieden om zich jegens derden uit te laten over de inhoud van de litigieuze vaststellingsovereenkomst;
8. [gedaagde] te verbieden om jegens derden te verklaren dat de litigieuze vaststellingsovereenkomst onder invloed van bedreiging, chantage en/of afpersing tot stand is gekomen;
9. te bepalen dat [gedaagde] een dwangsom verbeurt van € 10.000 per dag dat zij niet aan het onder 7 en 8 gevorderde verbod voldoet.