ECLI:NL:RBDHA:2023:16905
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van proceskosten na intrekking asielberoep
In deze zaak heeft verzoeker, een Syrische nationaliteit met een V-nummer, op 5 juni 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 14 februari 2022. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 27 september 2023 een besluit genomen op de aanvraag. Vervolgens heeft verzoeker op 16 oktober 2023 het beroep ingetrokken en verzocht om de staatssecretaris te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb, en de rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoeker. Het verzoek om proceskostenvergoeding is als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.