In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 september 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam01]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 1 oktober 2023, en de gecertificeerde instelling heeft verzocht om een verdere verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, maar heeft dit verzoek later aangepast naar een verlenging van zes maanden. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling op 28 september 2023 gehouden, waarbij zowel de ouders als een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig waren. Tijdens deze zitting is [naam01] ook gehoord.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam01] in de afgelopen periode aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt. Hij heeft zijn MAVO afgerond en is gestart met een mbo-opleiding. Daarnaast heeft hij een coach en heeft hij zich aangemeld voor individuele behandelgesprekken bij de Opvoedpoli. De moeder van [naam01] heeft ook ondersteuning ontvangen en heeft vooruitgang geboekt, hoewel er zorgen blijven over haar emotionele beschikbaarheid. De vader van [naam01] is positief over de ontwikkelingen en steunt de verlenging van de ondertoezichtstelling.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat, hoewel er vooruitgang is, het belangrijk is dat de situatie van [naam01] langer stabiel blijft voordat de ondertoezichtstelling wordt beëindigd. Daarom is besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen tot 1 april 2024, met de mogelijkheid om de behandeling van het verzoek voor het overige aan te houden. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling verzocht om een update te geven over de voortgang van de situatie voor de volgende zitting.