ECLI:NL:RBDHA:2023:16853
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft eiser, geboren op een onbekende datum en van Jemenitische nationaliteit, op 18 oktober 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Na een periode van inactiviteit heeft eiser op 16 mei 2023 de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Vervolgens heeft eiser op 30 mei 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingebrekestelling op 16 mei 2023 is ontvangen door de staatssecretaris, en dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift tegen het niet tijdig nemen van een besluit op 30 mei 2023 is verstreken. De rechtbank concludeert dat het beroep niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, omdat de termijn voor het indienen van het beroep niet in acht is genomen.
Daarom heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door rechter N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier F.Q. Peters, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.