ECLI:NL:RBDHA:2023:16824
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van onroerende zaak in Alphen aan den Rijn
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 22 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de WOZ-waarde van een onroerende zaak in Alphen aan den Rijn. Eiser, eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de heffingsambtenaar, die de waarde van de woning op € 525.000 had vastgesteld per waardepeildatum 1 januari 2021. Eiser stelde dat de waarde te hoog was en voerde aan dat eerdere WOZ-waarden en de verkoopprijs van een vergelijkbaar object niet goed waren meegenomen in de waardebepaling. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat de heffingsambtenaar voldoende onderbouwing had geleverd met een taxatierapport waarin de waarde van de woning was vastgesteld op € 613.097. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog was en dat de vergelijkingsobjecten goed waren gekozen. De rechtbank benadrukte dat de WOZ-waarde voor elk jaar opnieuw moet worden vastgesteld op basis van gerealiseerde verkoopcijfers van vergelijkbare woningen.