ECLI:NL:RBDHA:2023:1677
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Spanje
In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 februari 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door verweerder niet in behandeling genomen op basis van de claim dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De gemachtigde van verzoeker heeft op 13 januari 2023 aangegeven geen behoefte te hebben aan een mondelinge behandeling en heeft geen bezwaar gemaakt tegen een schriftelijke afdoening. Verweerder heeft zich akkoord verklaard met deze schriftelijke behandeling.
In de overwegingen van de uitspraak is vermeld dat de rechtbank in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL23.446, het beroep van verzoeker ongegrond heeft verklaard. Gezien deze eerdere uitspraak werd het verzoek om een voorlopige voorziening als ongegrond afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De voorzieningenrechter, mr. K.M. de Jager, heeft de beslissing genomen in aanwezigheid van griffier mr. E.C. Jacobs. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.