ECLI:NL:RBDHA:2023:16746
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om opheffing van inreisverbod en visum kort verblijf in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een verzoek om opheffing van een inreisverbod. Eiser, geboren op 15 september 1977 en van Marokkaanse nationaliteit, had op 28 april 2023 verzocht om opheffing van een eerder opgelegd inreisverbod. Dit verzoek werd aanvankelijk afgewezen door verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, bij besluit van 5 september 2023. Echter, tijdens de procedure trok verweerder dit besluit in en gaf aan opnieuw te willen beslissen op het verzoek van eiser. De rechtbank heeft het beroep van eiser op 31 oktober 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank overwoog dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor tijdelijke opheffing van het inreisverbod, zoals vastgelegd in de regelgeving. Eiser had niet aangetoond dat zijn aanwezigheid in Nederland noodzakelijk was voor de behandeling van zijn strafzaak op 7 december 2023. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit 1 op goede gronden was genomen en verklaarde het beroep ongegrond. Ook het beroep tegen het ingetrokken besluit 2 werd ongegrond verklaard, omdat verweerder niet bevoegd was om te beslissen op het verzoek om een visum kort verblijf. De rechtbank wees het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat er geen aanleiding was om deze te vergoeden.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.