ECLI:NL:RBDHA:2023:16718
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning op basis van inburgeringsvereiste en MBO-2 diploma
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 7 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning voor langdurig EU-ingezetenen en een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen op basis van het niet voldoen aan het inburgeringsvereiste, zoals vastgelegd in de wetgeving. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar de staatssecretaris heeft dit bezwaar ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft de zaak op 12 oktober 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. Eiser betoogt dat het vereiste van een MBO-2 diploma onterecht is, omdat dit in strijd zou zijn met de Europese Richtlijn 2003/109/EG. Hij stelt dat hij voldoende is ingeburgerd en dat het vereiste van een MBO-2 diploma onevenredig is, gezien de tijd en kosten die hiermee gemoeid zijn.
De staatssecretaris verdedigt zijn standpunt door te stellen dat eiser met zijn huidige verblijfsrecht geen inburgeringsplicht heeft, maar dat het inburgeringsvereiste voor de aangevraagde verblijfsvergunningen wel geldt. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de afwijzing van de aanvraag op juiste gronden heeft gedaan en dat de vereisten voor het inburgeringsdiploma en het MBO-2 diploma niet in strijd zijn met het Unierecht. De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij aan de vereisten kan voldoen en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.