ECLI:NL:RBDHA:2023:16702
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een asielaanvraag van een Syrische eiser met internationale bescherming in Malta
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 17 oktober 2023, wordt het beroep van een Syrische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, die op 8 augustus 2023 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel indiende, werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit was gebaseerd op Eurodac-gegevens waaruit bleek dat de eiser sinds 24 augustus 2017 internationale bescherming geniet in Malta. De rechtbank heeft het beroep op 22 september 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als de gemachtigden van de eiser en de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft aangenomen dat de eiser internationale bescherming geniet in Malta, gezien de recente Eurodac-gegevens. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris niet verplicht was om navraag te doen bij de Maltese autoriteiten, omdat de Eurodac-informatie voldoende actueel en duidelijk was. De eiser heeft niet kunnen aantonen dat zijn beschermingsstatus in Malta is ingetrokken of beëindigd.
Daarnaast heeft de rechtbank de argumenten van de eiser over de omstandigheden in Malta beoordeeld. De eiser stelde dat Malta zijn internationale verplichtingen niet nakomt en dat hij bij terugkeer naar Malta een reëel risico loopt op onmenselijke behandeling. De rechtbank concludeert echter dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Malta in gevaar komt. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris op basis van de Eurodac-gegevens en de verklaringen van de eiser kan aannemen dat hij altijd woonruimte heeft gehad en gewerkt in Malta. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de staatssecretaris.