ECLI:NL:RBDHA:2023:16680
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en inreisverbod; Overschrijding van de vrije termijn in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over een terugkeerbesluit en een inreisverbod. Eiser, een Venezolaanse nationaliteit, had tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. De staatssecretaris had op 13 december 2022 en 9 januari 2023 een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van een jaar uitgevaardigd, omdat eiser de vrije termijn had overschreden. Eiser was op Schiphol voor een vlucht naar Sint Maarten, maar de Koninklijke Marechaussee constateerde dat hij de toegestane verblijfsduur in Nederland had overschreden.
Eiser voerde aan dat hij een onderneming in Nederland had en dat zijn bezoek aan Nederland voor bedrijfsactiviteiten was. Hij stelde dat er geen aanleiding was voor het uitvaardigen van een terugkeerbesluit en inreisverbod, en dat deze besluiten hem belemmerden in zijn bedrijfsvoering. De rechtbank oordeelde dat eiser op basis van de inreisstempels in zijn paspoort de vrije termijn met 75 dagen had overschreden, en dat het terugkeerbesluit terecht was opgelegd. De rechtbank concludeerde dat het inreisverbod ook terecht was, omdat eiser niet had aangetoond dat hij zijn bedrijf niet vanuit Sint Maarten kon voortzetten.
De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van griffier A.S. Hamans, en werd openbaar gemaakt op 31 oktober 2023.