ECLI:NL:RBDHA:2023:16668
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Dublinverordening en overdracht van asielaanvraag aan Duitsland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 september 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die de [nationaliteit] nationaliteit heeft. Eiser had op 3 maart 2023 een asielaanvraag ingediend, maar verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. Verweerder achtte Duitsland verantwoordelijk voor de behandeling van de aanvraag op basis van een claimakkoord dat op 20 april 2023 tot stand is gekomen tussen Nederland en Duitsland. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank heeft de zaak op 5 september 2023 behandeld, maar beide partijen hebben aangegeven niet ter zitting te verschijnen. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten op 4 september 2023, na ontvangst van de berichten van partijen. Eiser voerde aan dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn individuele belangen en dat hij in Duitsland niet goed is behandeld. De rechtbank overweegt dat eiser geen omstandigheden heeft aangedragen die zouden wijzen op onevenredige hardheid bij de overdracht aan Duitsland. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft besloten om de asielaanvraag niet inhoudelijk te behandelen en verklaart het beroep ongegrond.
De uitspraak is gedaan door mr. S. van Lokven, rechter, en is openbaar gemaakt op 5 september 2023. Eiser kan binnen een week na deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.