ECLI:NL:RBDHA:2023:16610

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
C-09-654089-KG ZA 23-791
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige wijziging van subsidiebedragen voor monomestvergisting door de Staat

In deze zaak hebben eiseressen, ondernemers in de agrarische sector, de Staat gedagvaard vanwege de wijziging van subsidiebedragen voor monomestvergisting, kort voor de indiening van aanvragen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de eiseressen niet-ontvankelijk zijn, omdat er een andere rechtsgang openstaat bij de bestuursrechter, die hen in staat stelt om hun belangen te behartigen. De eiseressen sub 1 tot en met 10 hebben inmiddels een subsidieaanvraag ingediend, en de voorzieningenrechter concludeert dat zij via de bestuursrechter hun bezwaren kunnen aanvoeren. Eiseressen sub 11 en 12, BASGas en Noaber-Energie, zijn niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan eigen belang. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van alle eiseressen afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/654089 / KG ZA 23-791
Vonnis in kort geding van 6 oktober 2023
in de zaak van

1.[eisende partij sub 1] te [plaats 1] ,

2.
[eisende partij sub 2]te [plaats 2] ,
3.
[eisende partij sub 3]te [plaats 1] ,
4.
[eisende partij sub 4]te [plaats 3] ,
5.
[eisende partij sub 5]te [plaats 1] ,
6.
[eisende partij sub 6]te [plaats 1] ,
7.
[eisende partij sub 7]te [plaats 2] ,
8.
[eisende partij sub 8]te [plaats 1] ,
9.
[eisende partij sub 9]te [plaats 4] ,
10.
[eisende partij sub 10]te [plaats 5] ,
11.
BASgas B.V.te Nijmegen,
12.
Energiecoöperatie Noaber-Energie Bathmen U.A.te Bathmen,
eiseressen,
advocaat mr. R.A.D. Blaauw te Rotterdam,
tegen:
De Staat der Nederlandente Den Haag,
gedaagde,
advocaten mrs. M.R. Botman en S.O. Visch te Den Haag.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de op 2 oktober 2023 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door beide partijen pleitnotities zijn overgelegd.
1.2.
Op 6 oktober 2023 is door middel van een verkort vonnis uitspraak gedaan. Het onderstaande vormt daarvan de uitwerking, die is vastgesteld op 16 oktober 2023.

2.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
Eiseressen zijn ondernemers in de agrarische sector. Eiseressen sub 1 tot en met 10 zijn boerenbedrijven. Eiseres sub 11 (hierna: ‘BASGas’) is een bedrijf dat is gespecialiseerd in de realisatie van kleinschalige monomestvergisters. Haar klanten zijn boerenbedrijven die zij tot biosgasproducent wil maken, welk biogas zij vervolgens wil distribueren van die bedrijven naar eindgebruikers. Eiseres sub 12 (hierna: ‘Noaber-Energie’) is een coöperatie die tot doel heeft het verduurzamen van de omgeving waar zij is gevestigd (Bathmen) en die initiatiefnemer is van de realisatie van een monomestvergistingsHUB. Tot haar leden behoort onder meer een cluster van 27 veehouders.
2.2.
De Staat heeft ten behoeve van de energietransitie de subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) in het leven geroepen (de Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 13 juli 2023, nr. WJZ/ 26133830, houdende aanwijzing categorieën van productie-installaties voor de productie van duurzame energieproductie en klimaattransitie in 2023 (Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie en klimaattransitie 2023) (Stcrt. 2023, 20350), hierna: ‘de SDE++-regeling’.
Met die subsidie worden bedrijven en non-profitorganisaties gestimuleerd om grootschalig hernieuwbare energie op te wekken en de uitstoot van CO2 te verminderen. De SDE++-regeling is op 24 juli 2023 gepubliceerd.
2.3.
Uit artikel 87 van de SDE++-regeling volgt dat aanvragen voor subsidie van 5 september 2023 09.00 uur tot 5 oktober 2023 17.00 uur kunnen worden ingediend en dat deze periode is onderverdeeld in vijf fases met verschillende fasebedragen. Aanvragen worden toegekend op volgorde van binnenkomst.
2.4.
In de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie, hierna: ‘de Algemene uitvoeringsregeling’, staat onder meer vermeld van welke stukken de aanvraag om subsidieverlening vergezeld moet gaan.
2.5.
De bedragen in de SDE++-regeling zijn gebaseerd op het “Eindadvies basisbedragen SDE++- 2023” van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Op 31 augustus 2023 heeft het PBL een “Erratum SDE++-advies 2023: vergisting” gepubliceerd. Daarin merkt het PBL op dat in de voorbereidende werkzaamheden voor het advies SDE++-2024 is opgevallen dat bepaalde invoergegevens op een verkeerde wijze zijn verwerkt in de berekening van de basisbedragen, dat dit specifiek betrekking heeft op de categorieën voor vergisting en op het eindadvies SDE++-2023. De elektriciteitskosten voor groengasopwaarderingsinstallaties zijn verkeerd verwerkt, waardoor er een significante afwijking zit in de basisbedragen bij vier categorieën monomestvergisting. Deze bedragen heeft het PBL met het erratum aangepast.
Daarbij merkt het PBL op dat specifiek voor de categorie van kleinschalige monomestvergisting het foutief berekende basisbedrag mogelijk wel passend is voor installaties van een veel kleinere schaal dan de referentie-installatie van 270 KWh. Het PBL stelt dat zij in het eindadvies SDE++-2023 heeft aangegeven waarom zij geen kleinere schaal, van onder de 100 Kw, adviseert. Dit erratum betreft volgens het PBL enkel het corrigeren van verkeerd verwerkte kostencijfers en geen integrale herziening van het advies, zodat zij adviseert alle basisbedragen voor monomestvergisting naar groen gas aan te passen.
2.6.
De Minister heeft op 4 september 2023 met de “Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 31 augustus 2023, nr. WJZ/ 34681182, tot wijziging van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie en klimaattransitie 2023 in verband met herstel van enkele fouten” (Stcrt. 2023, nr. 24877)”, hierna: ‘de Regeling van 31 augustus 2023’, de SDE++-regeling gewijzigd conform het gewijzigde PBL-advies.
2.7.
Eiseressen sub 1 tot en met 10 hebben daarna alle de onder 2.3 bedoelde aanvraag ingediend.

3.Het geschil

3.1.
Eiseressen vorderen, na een wijziging van eis ter zitting, zakelijk weergegeven, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. de Staat te bevelen om binnen 24 uur na het wijzen van dit vonnis de Regeling van 31 augustus 2023 in te trekken en de inschrijvingstermijn voor de subsidie voor monomestvergisting te vernieuwen of verlengd open te stellen voor een periode van minimaal vier weken na de voor fase 3 genoemde sluitingstermijn;
2. de Staat te bevelen de inschrijftermijn per (in artikel 87 van de SDE++-regeling genoemde) fase met zes weken te verlengen en de in artikel 2a lid 2 en lid 4 van de Algemene uitvoeringsregeling vermelde voorwaarden te laten vervallen bij het doen van een aanvraag en daarvoor een in goede justitie te bepalen redelijke termijn te geven om aan die voorwaarden (naderhand) te voldoen;
3. de Staat te bevelen binnen 24 uur een regeling vast te stellen en in de Staatscourant te publiceren waarin kennis wordt gegeven van dit bevel.
3.2.
Daartoe voeren eiseressen – samengevat – het volgende aan. Eiseressen willen hun bijdrage leveren aan de energietransitie door middel van de levering van zogeheten groengas, waarbij gebruik wordt gemaakt van monomestvergisting. Omdat het procedé nog niet rendabel is, zijn zij daarvoor afhankelijk van SDE++-subsidie. Eiseressen dienen daarvoor aan diverse vereisten te voldoen. Zij dienen tijdig over bepaalde stukken (zoals noodzakelijke vergunningen en een haalbaarheidsstudie) te beschikken en zij moeten daar ook investeringen voor doen. Eiseressen hebben zich bij alle voorbereidingen gebaseerd op de in het eindadvies van het PBL opgenomen kengetallen, die zijn overgenomen in de SDE++-regeling. Heel kort voor de openstelling van de eerste fase heeft de Minister iedereen in de sector verrast met de Regeling van 31 augustus 2023, waarmee de bedragen aanzienlijk zijn verlaagd. Hierdoor blijken investeringsplannen onhaalbaar, moeten sommige bedrijven afzien van het doen van een aanvraag en hebben zij voor niets substantiële investeringen gedaan. Sommige bedrijven hebben onvoldoende tijd om aangepaste documentatie in te dienen, banken zullen financieringsaanvragen kunnen afwijzen en bepaalde bedrijven zullen in een andere fase komen waaraan een andere inschrijftermijn is verbonden die zij niet kunnen halen. De wijziging is in strijd met het vertrouwensbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het beginsel van eerlijke kansen in het subsidierecht en dus onrechtmatig jegens eiseressen.
3.3.
Gedaagde voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil

Ontvankelijkheid eiseressen sub 1 tot en met 10
4.1.
De voorzieningenrechter volgt de Staat in zijn verweer dat eiseressen sub 1 tot en met 10 niet in hun vorderingen kunnen worden ontvangen bij de burgerlijke rechter, omdat er voor hen een andere met voldoende waarborgen omklede rechtsgang openstaat, waarmee zij hetzelfde resultaat kunnen bereiken als met dit kort geding.
4.2.
Die andere rechtsgang is de rechtsgang bij de bestuursrechter. Dat is de aangewezen rechtsgang in gevallen van subsidieverstrekking door de overheid, zoals hier aan de orde, geregeld in de Algemene wet bestuursrecht. Een aanvraag resulteert immers in een besluit, waartegen bezwaar en beroep openstaat.
4.3.
Ten aanzien van eiseressen sub 1 tot en met 10 is komen vast te staan dat zij inmiddels allemaal een aanvraag voor de SDE++-subsidie hebben ingediend. Voor zover zij aan hun vorderingen ten grondslag hebben gelegd dat zij daar meer tijd voor nodig hebben en de tijdsnood waarin zij zijn geraakt is veroorzaakt door onrechtmatig handelen van de Staat, wordt daar dan ook aan voorbij gegaan.
4.4.
In de bezwaar- en beroepsprocedure tegen een beslissing op die aanvragen kunnen eiseressen sub 1 tot en met 10 alle bezwaren aanvoeren die zij in dit geding naar voren hebben gebracht. Zij kunnen bijvoorbeeld naar voren brengen dat een toegekend bedrag aan subsidie te laag is, omdat de eerder gepubliceerde hogere bedragen gehanteerd hadden moeten worden. Zij zouden in geval van een afwijzing van een aanvraag, omdat er geen subsidieruimte meer is vanwege de toewijzing van al eerder binnengekomen aanvragen, bijvoorbeeld ook kunnen aanvoeren dat ten onrechte aan hun aanvraag een latere aanvraagdatum is toegekend vanwege de latere completering met nog ontbrekende stukken (in het geval dat zo zou zijn, want dat is op dit moment nog niet duidelijk). De bestuursrechter kan immers ook de rechtmatigheid van de Regeling van 31 augustus 2023 toetsen aan hoger recht of algemene rechtsbeginselen (de zogenaamde exceptieve toetsing).
4.5.
Daarmee kunnen eiseressen sub 1 tot en met 10 hetzelfde bereiken als zij met dit kort geding willen bereiken, namelijk (zo begrijpt de voorzieningenrechter hun betoog) dat de eerder gepubliceerde hogere bedragen worden gehanteerd voor de subsidieverlening en dat eiseressen sub 1 tot en met 10 er niet op worden afgerekend als zij een aanvraag pas later zouden completeren.
4.6.
Er is ook niet gebleken van een spoedeisend belang dat met zich brengt dat de eiseressen sub 1 tot en met 10 onder de huidige omstandigheden de uitkomst van de bestuursrechtelijke procedure niet zouden kunnen afwachten. Van een lacune die maakt dat de voorzieningenrechter zou moeten ingrijpen door het treffen van een voorziening voordat eiseressen sub 1 tot en met 10 gebruik kunnen maken van de ter beschikking staande (bestuursrechtelijke) rechtsbescherming is dan ook geen sprake.
Ontvankelijkheid BASGas en Noaber-Energie
4.7.
De voorzieningenrechter volgt de Staat ook in zijn verweer dat BASGas en Noaber-Energie niet in hun vorderingen kunnen worden ontvangen, bij gebrek aan een eigen belang.
4.8.
Voor zover deze twee eiseressen hebben verwezen naar een achterban, waarvoor zij stellen op te komen, kan dat niet leiden tot de conclusie dat deze twee eiseressen een eigen belang hebben bij het gevorderde. Dat zij kwalificeren als organisatie die kan opkomen voor een collectief belang is gesteld noch gebleken, terwijl zij evenmin stellen dit kort geding te voeren in hoedanigheid van behartigers van een collectief belang, met inachtneming van de wettelijke vereisten.
4.9.
Het hebben van geloof in en het adviseren over de beoogde transitie, levert ook geen concreet eigen belang op bij het voeren van deze procedure. Voor zover BASGas er naar heeft verwezen dat zij biosgasproducenten als klant heeft en Noaber-Energie er op heeft gewezen dat zij de trekker is van het onder 2.1 beschreven project om een monomestvergistingsHUB te realiseren voor haar leden, betreft dat een afgeleid belang bij het verkrijgen door die klanten/leden van een hogere subsidie en niet een concreet eigen belang daarbij.
Conclusie en proceskostenveroordeling
4.10.
Gelet op het vorenstaande zullen alle eiseressen niet ontvankelijk worden verklaard in het gevorderde. Eiseressen zullen, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding op de wijze zoals hierna vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
verklaart eiseressen niet ontvankelijk in het gevorderde;
5.2.
veroordeelt eiseressen om de kosten van dit geding aan gedaagde te betalen, tot dusverre aan de zijde van gedaagde begroot op € 1.755,-, waarvan € 1.079,- aan salaris advocaat en € 676,- aan griffierecht, te vermeerderen met de nakosten, die worden begroot op € 173,-, in geval van betekening te vermeerderen met een extra bedrag aan salaris van € 90,- en de explootkosten van betekening;
5.3.
bepaalt dat de proceskosten en de nakosten die zijn begroot op € 173,- dienen te worden betaald binnen veertien dagen nadat dit vonnis is uitgesproken en dat de nakosten die zijn begroot op € 90,- en de explootkosten dienen te worden betaald binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis;
5.4.
bepaalt dat eiseressen bij gebreke van tijdige betaling de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten verschuldigd zijn;
5.5.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2023.
ts