ECLI:NL:RBDHA:2023:1661

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 februari 2023
Publicatiedatum
14 februari 2023
Zaaknummer
22-1230
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaar van Lijm & Cultuur B.V. tegen de verlenging van evenementenvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Delft

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen Lijm & Cultuur B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Delft. Eiseres, Lijm & Cultuur B.V., heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van verweerder om haar parapluvergunning voor evenementen te verlengen voor een periode van zes jaar, terwijl zij verzocht om een verlenging van tien jaar. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd.

De rechtbank overweegt dat de evenementenvergunning van belang is voor de openbare orde, veiligheid, volksgezondheid en milieu. Eiseres exploiteert een evenemententerrein en heeft een parapluvergunning nodig om verschillende evenementen te organiseren zonder telkens een aparte vergunning aan te vragen. Eiseres stelt dat zij niet vergunningplichtig is, omdat zij evenementen op private grond organiseert en voldoet aan het bestemmingsplan. De rechtbank volgt deze redenering niet en oordeelt dat de vergunning op goede gronden is verlengd, maar dat de motivering van de verlenging voor zes jaar ondeugdelijk is.

De rechtbank concludeert dat verweerder bij het nemen van een nieuw besluit op bezwaar moet controleren of er sprake is van onnodige dubbele bepalingen in de vergunning en deze moet verwijderen, conform het advies van de bezwaarcommissie. De rechtbank heeft verweerder ook opgedragen het griffierecht en proceskosten aan eiseres te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke en deugdelijke motivering bij het verlenen van vergunningen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/1230

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 februari in de zaak tussen

Lijm & Cultuur B.V., uit Delft, eiseres

(gemachtigde: mr. L. van Schie-Kooman),
en

het college van burgemeester en wethouders van Delft, verweerder

(gemachtigde: mr. B. Kaptein).

Procesverloop

In het besluit van 31 maart 2021 (primair besluit) heeft verweerder eiseres een parapluvergunning verleend voor de duur van zes jaar. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
In het besluit van 14 januari 2022 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 20 januari 2023 op zitting behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiseres exploiteert een evenemententerrein waar onder andere popfestivals, bedrijfsfeesten en sportevenementen georganiseerd worden. Eiseres verzoekt om verlenging van haar parapluvergunning voor de duur van 10 jaar. Met de parapluvergunning kan eiseres verschillende evenementen organiseren zonder hiervoor telkens een aparte vergunning aan te vragen. Verweerder verlengt de parapluvergunning onder bepaalde voorwaarden en voor de duur van zes jaar. Eiseres kan zich hiermee niet verenigen en maakt bezwaar.
Het bestreden besluit
2. De evenementenvergunning ziet in dit geval op aspecten van openbare orde, veiligheid, volksgezondheid en de bescherming van het milieu, voor zover deze niet reeds zijn beschermd op grond van andere voorschriften die op eiseres van toepassing zijn. In het geval van eiseres zien noch de bestemmingsbepalingen noch de reeds verstrekte vergunningen op de belangen die de algemene plaatselijke verordening voor Delft (APV) dient te beschermen. Hierdoor is een evenementenvergunning vereist. Eiseres wil een parapluvergunning voor de duur van 10 jaar en stelt hierbij dat concrete toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegde ambtenaar. Dit wordt niet aangetoond, noch onderbouwd. Verweerder acht een verlenging van 6 jaar in dit geval passend.
2.1.
Het aantal toegestane bezoekers per evenement wordt geregeld in het bestemmingsplan ‘Schieoevers Noord’ en valt buiten de parapluvergunning. Ook de geluidsnormen, die in de vergunning wel worden genoemd, betreffen geen voorwaarden die binnen de parapluvergunning geregeld worden. Voorwaarden die zien op de inrichting van bepaalde elementen, zoals verplichtingen betreffende lichtinstallaties, vallen wel onder de beschermde belangen van openbare orde en veiligheid en kunnen binnen de parapluvergunning als voorwaarde gesteld worden. Voor evenementen met 2000-5000 bezoekers dient eiseres een aparte vergunning aan te vragen omdat in het veiligheidsplan, dat in de parapluvergunning is opgenomen, is bepaald dat een separate vergunning moet worden aangevraagd voor evenementen in de publiekscategorie 3 (‘hoog risico’). Tot slot worden enkele voorwaarden in het primaire besluit, naar aanleiding van het advies van de bezwaarcommissie, herzien.
Wat stelt eiseres in beroep?
3. Eiseres stelt zich primair op het standpunt dat zij in het geheel niet vergunningplichtig is. Lijm & Cultuur B.V. is een inrichting op grond van de Wet milieubeheer. Deze inrichting voldoet bovendien aan het bestemmingsplan. Er is dan ook geen (paraplu)vergunning op grond van de APV vereist. Daarbij komt dat de APV ziet op de openbare ruimte, terwijl eiseres juist evenementen op private grond organiseert. Bezoekers moeten ook kaarten kopen voordat zij het terrein op mogen.
3.1.
Verder stelt eiseres zich op het standpunt dat het door alle aanpassingen die verweerder in het bestreden besluit en het herziene besluit heeft gedaan volstrekt onduidelijk is wat nu precies de voorwaarden van de parapluvergunning zijn. Zo zijn bepaalde voorwaarden die niet te maken hebben met veiligheid en openbare orde binnen de parapluvergunning als ‘considerans’ aangemerkt. Feitelijk zijn ze echter nog steeds onderdeel van de vergunning. Deze voorwaarden wijken ook af van de voorwaarden in andere vergunningen. Sommige van de voorwaarden zijn bovendien in strijd met gemaakte afspraken in het veiligheidsplan en het veiligheidsoverleg, zoals de voorwaarde dat bij evenementen met ‘hoog risico’ een aparte vergunning moet worden aangevraagd en de verplichte overleggen met de hulpdiensten. In het bestreden besluit wordt verder verwezen naar artikel 4.3.1 van het bestemmingsplan, waarin staat dat het maximaal aantal bezoekers van grootschalige evenementen 5000 is. Dit is in strijd met het advies van de bezwaarcommissie. Onduidelijk is waarom het bestreden besluit hiervan is afgeweken. Daarnaast wordt in het bestemmingsplan niet aangegeven dat dit vereiste ook geldt voor meerdaagse evenementen. Een wethouder heeft bovendien aangegeven dat deze bepaling binnenkort gewijzigd zal worden, zodat voortaan niet meer dan 5000 bezoekers tegelijkertijd aanwezig mogen zijn. Het besluit is dan ook niet voorzien van een deugdelijke motivering.
3.2.
Daarnaast vindt eiseres dat de voorwaarden van de parapluvergunning haar onevenredig beperken in haar bedrijfsvoering. Zo is de voorwaarde dat de burgemeester de vergunning ambtshalve aan kan passen indien de oppervlakte van het evenemententerrein wijzigt onevenredig, aangezien eiseres op deze manier in haar activiteiten ingeperkt zal worden. Dit zorgt voor onzekere toekomst en doet twijfelen aan eventuele investeringen.
3.3.
Tot slot voert eiseres aan dat een ambtenaar van verweerder heeft toegezegd dat de parapluvergunning voor een periode van 10 jaar verlengd zou worden. De verlenging met 6 jaar wordt bovendien onterecht beargumenteerd vanuit de mogelijke wijziging van de ruimtelijke omgeving in de toekomst. Dit valt buiten de omvang van de parapluvergunning en kan dan ook niet als motivering van de kortere verlenging gelden.
Wat zijn de regels?
4. De regels zijn opgenomen in de bijlage van deze uitspraak.
Wat stelt verweerder in beroep?
5. Verweerder heeft gemotiveerd op het beroepschrift gereageerd.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6. De rechtbank is van oordeel dat het beroep gegrond is. Hierna zal worden toegelicht hoe de rechtbank tot deze conclusie komt en welke gevolgen dit heeft.
7. De rechtbank stelt voorop dat zij verweerder volgt in diens standpunt dat hier sprake is van organisatie van evenementen, als bedoeld in artikel 2:17, tweede lid, van de APV en dat eiseres daarom vergunningplichtig is. Bij de voorgaande vergunningverleningen bleef dit punt buiten geschil. Het lag daarom nu op de weg van eiseres te onderbouwen waarom geen sprake (meer) was van een vergunningplicht. In dit kader heeft eiseres naar voren gebracht dat zij de grond huurt en beheert, dat daarom sprake is van privaat terrein en dat dit terrein om die reden niet onder het bereik van de APV valt. De rechtbank volgt eiseres hierin niet. Niet duidelijk is hoe dit argument zich verhoudt tot het feit dat de helft van het terrein feitelijk nog steeds in eigendom van de gemeente Delft is en dat dit gedeelte als ‘evenemententerrein’ is aangewezen. Daarnaast overweegt de rechtbank dat het argument dat het publiek een kaartje moet kopen niet met zich brengt dat het terrein niet voor het publiek toegankelijk is. [1]
8. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder de vergunning op goede gronden met 6 jaar heeft verlengd. Verweerder daaraan de openbare orde en veiligheid, gelet op de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingsplannen, ten grondslag mogen leggen ter onderbouwing van de keuze de vergunning niet met 10 jaar te verlengen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet, nu eiseres niet heeft aangetoond dat een concrete en ondubbelzinnige toezegging is gedaan van een daartoe bevoegde ambtenaar. [2]
9. Wat betreft de overige vergunningsvoorwaarden is de rechtbank met eiseres van oordeel dat dubbele bepalingen de vergunning moeilijk leesbaar maken. De adviescommissie heeft geadviseerd dubbele bepalingen uit de vergunning te halen, maar verweerder heeft dit advies op een aantal punten zonder nadere motivering niet overgenomen. Zo bevat het bestreden besluit nog steeds een onderdeel betreffende bezoekersaantallen, met een verwijzing naar het bestemmingsplan en de voorwaarden genoemd in paragraaf 3 van het bestreden besluit. Verder wordt in de vergunning, onder ‘aanvullende Veiligheidsmaatregelen per evenementenprofiel’, nog steeds een normering gegeven voor de geluidssterkte van de geluidsinstallaties. Dit is volgens de bezwaarcommissie al geregeld in het Activiteitenbesluit. Onduidelijk is waarom geen toepassing is gegeven aan het advies van de bezwaarcommissie.
10. Het bestreden besluit is gezien het vorenstaande ondeugdelijk gemotiveerd en wordt vernietigd wegens strijd met het motiveringsbeginsel. [3] Verweerder dient in het nieuw te nemen besluit op bezwaar bij elk onderdeel van de vergunning te controleren of sprake is van (onnodige) dubbele bepalingen in de vergunning en dient deze dubbele bepalingen, conform het advies van de bezwaarcommissie, uit de vergunning te halen. Voor zover verweerder besluit dit niet te doen dient verweerder hieraan een uitvoerige motivering ten grondslag te leggen.

Conclusie en gevolgen

11. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit moet worden vernietigd. De rechtbank ziet geen aanleiding zelf in de zaak te voorzien, omdat de benodigde informatie daarvoor ontbreekt en niet alle consequenties kunnen worden overzien. Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak.
12. Omdat het beroep gegrond is moet verweerder het griffierecht aan eiseres vergoeden en krijgt eiseres ook een vergoeding van haar proceskosten. Verweerder moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.674,- omdat de gemachtigde van eiseres een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van
deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 181,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.674,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, rechter, in aanwezigheid van
mr. T. Verschoor, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 16 februari 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Bijlage

Algemene plaatselijke verordening voor Delft
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
1. Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.
2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
Artikel 1:8 Weigeringsgronden
De vergunning of ontheffing kan door het daartoe bevoegde gezag worden geweigerd in het belang van:
a. de openbare orde;
b. de openbare veiligheid;
c. de volksgezondheid;
d. de bescherming van het milieu.
Artikel 2:17. Begripsbepaling.
In deze afdeling wordt verstaan onder:
1. Groot evenement: regelmatig terugkerend evenement of incidenteel evenement, dat door de burgemeester als zodanig wordt aangewezen op grond van een meer dan gemiddelde belasting van de woon- en leefomgeving en een meer dan gemiddelde inzet van de hulpdiensten.
2. Evenement: elke voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met inbegrip van een herdenkingsplechtigheid en een braderie, met een gemiddelde belasting van de woon- en leefomgeving en een gemiddelde inzet van de hulpdiensten, met uitzondering van:
[…]
Artikel 2:18. Evenementenvergunning
1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een groot evenement, een evenement of een klein evenement te organiseren

Bestemmingsplan Schieoevers Noord (Kabeldistrict en Nieuwe Haven)

23.2
Partiële herziening
Het bestemmingsplan 'Schieoevers Noord' - zoals in lid 23.1 aangehaald - wordt als volgt aangepast:
[…]
"1.31 culturele doeleinden en festiviteiten
culturele activiteiten alsmede festiviteiten in de breedste zin van het woord zoals bijvoorbeeld (maar niet uitsluitend) productpresentaties, theatervoorstellingen, concerten, festivals, beurzen en standbouw, feesten en partijen, kermissen, vergaderingen, demonstratieve vertoningen, markten, sportmanifestaties, exposities en voorstellingen waaronder tevens begrepen de aan deze functies gerelateerde horeca en kantoren;"
in lid 1.39 wordt "evenementen" vervangen door: "festiviteiten"';
lid 1.44 wordt vervangen door:
[…]
"1.44 grootschalige festiviteiten
festiviteiten met muziekuitvoeringen in de open lucht waarbij per festiviteit gelijktijdig meer dan 5.000 bezoekers aanwezig zijn;"
in lid 3.1 onder n wordt toegevoegd "fiets, fiets/bromfiets, voetpaden";
in lid 3.3.1 (milieucategorie) vervalt, waarna de overige leden hernummeren;
in lid 3.3 (specifieke gebruiksregels) wordt na lid 3.3.1 (na hernummering) een nieuw lid ingevoegd:
[…]
het aantal bezoekers van festiviteiten, anders dan grootschalige festiviteiten, niet meer mag bedragen dan 5.000 gelijktijdig";

Voetnoten

1.Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS), 11 januari 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AU9388, r.o. 2.5.1.
2.ABRvS, 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1694, r.o. 11.2.
3.Artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht.