Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
- mevrouw [naam05] namens de gecertificeerde instelling;
- de moeder.
Rechtbank Den Haag
Op 3 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, aangeduid als [naam01], geboren in 2006. De zaak betreft een verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling optreedt. De moeder van [naam01], die het ouderlijk gezag heeft, is als belanghebbende aangemerkt en heeft ingestemd met het verzoek. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 18 augustus 2023 bij de rechtbank is ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 3 oktober 2023, waarbij de kinderrechter de minderjarige heeft gehoord.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam01] een kwetsbaar meisje is met een verstandelijke beperking en een borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Er zijn ernstige zorgen over haar gedrag, waaronder suïcidepogingen en automutilatie. Eerder is [naam01] onder toezicht gesteld en is er een machtiging verleend voor uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie. De kinderrechter heeft geconstateerd dat [naam01] zich positief heeft ontwikkeld in de gesloten groep en inmiddels is overgeplaatst naar een open groep, waar zij haar therapieën kan voortzetten. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [naam01].
De kinderrechter heeft het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing toegewezen, met ingang van 3 oktober 2023 tot 9 januari 2024, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. C.F. Mewe, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. J.M. Dreef als griffier.