ECLI:NL:RBDHA:2023:16585

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 november 2023
Publicatiedatum
3 november 2023
Zaaknummer
09/043463.22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor diefstal met geweld en wapenbezit

Op 3 november 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1998, die werd beschuldigd van verschillende strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld, voorbereidingshandelingen voor diefstal met geweld en wapenbezit. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk. De zaak kwam aan het licht na een diefstal van kentekenplaten op 19 februari 2022 in Voorburg, waarbij de verdachte samen met anderen betrokken was. Tijdens de rechtszitting zijn getuigen gehoord die de verdachte en zijn medeverdachten hebben gezien bij de diefstal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte kentekenplaten heeft weggenomen en dat hij een vuurwapen voorhanden heeft gehad. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het ten laste gelegde feit van het opzettelijk en wederrechtelijk aftappen van gegevens met een technisch hulpmiddel, omdat er geen sprake was van een bestaande gegevensstroom. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van diefstal en het voorhanden hebben van een vuurwapen, en dat de voorbereidingshandelingen gericht waren op diefstal met geweld. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn werk en gezinsleven, maar vond de ernst van de feiten zwaarder wegen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/043463-22
Datum uitspraak: 3 november 2023
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] , [woonplaats 2] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 30 mei 2022 (pro forma) en 20 oktober 2023 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. J.C.G. van der Wulp en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. C.C. Polat naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 19 februari 2022 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere kentekenplaten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij in of omstreeks de periode 8 februari 2022 tot en met 19 februari 2022 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, en/of Hippolytushoef, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het plegen van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met geweld (artikel 312 WvSR), opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten en/of vervoermiddelen, te weten
- een (vuur)wapen, en/of
- een ruitentikker en/of lifehammer, en/of
- een telefoon met daarop de telefoonapplicatie Protrack die een of meerdere voertuigen trackt/volgt middels een peilbaken en/of een tracker, en/of
- afbeeldingen van een of meerdere voertuigen (die gevolgd wordt/worden met een tracking-app), en/of
- een telefoon met daarop overleg en/of gesprekken tussen verdachte en een of meerdere medeverdachten, althans tussen personen, namelijk "Die Chinees komt naar zaantje. Wil je kijken?" en/of "Kun je kijken of hij een tas krijgt" en/of "Als je wat lijps ziet gaan we tweemans, maar ik wil pas vanaf bigshopper" althans woorden van gelijke aard of strekking bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
3
hij op of omstreeks 19 februari 2022 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een semi automatisch pistool, van het merk HS, type HS95, kaliber 9 x 19 mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
4
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode 5 januari 2022 tot en met 19 februari 2022 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, en/of Hippolytushoef, en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk met een technisch hulpmiddel gegevens heeft afgetapt en/of heeft opgenomen die niet voor hem, verdachte, bestemd waren en die werden verwerkt en/of werden overgedragen door middel van telecommunicatie en/of door middel van een geautomatiseerd werk, te weten een heimelijk en zonder toestemming van de
gebruiker/eigenaar/tenaamgestelde van de auto(‘s) met kenteken(s)
- [kentekenplaat 1] en op naam van [slachtoffer 2] , en/of
- [ kentekenplaat 2] en op naam van [slachtoffer 3] , en/of
- [kentekenplaat 3] en op naam van [slachtoffer 4] , en/of
- [kentekenplaat 4] en op naam van [slachtoffer 5] , en/of
- [kentekenplaat 5] en op naam van [slachtoffer 6]
aangebracht track and trace systeem en/of baken/tracker, althans een gps systeem, door met voornoemde technische hulpmiddel de plaats waar voornoemde voertuig(en) zich bevond(en) te lokaliseren.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Op specifieke standpunten van de raadsman zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.
3.3.
Vrijspraak ten aanzien van feit 4
De beschuldiging onder feit 4 komt er in de kern op neer dat de verdachte, al dan niet met anderen, door middel van een track and trace systeem en heimelijk geplaatste GPS-trackers de plaats waar voertuigen zich bevonden heeft gelokaliseerd. Dit is ten laste gelegd als het opzettelijk en wederrechtelijk met een technisch hulpmiddel gegevens aftappen of opnemen die niet voor hem bestemd zijn en die worden verwerkt of overgedragen door middel van telecommunicatie of door middel van een geautomatiseerd werk (art. 139c Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr)).
Voor het aftappen of opnemen in de zin van artikel 139c Sr moet er sprake zijn van een (bestaande) gegevensstroom tussen twee partijen waar een derde kennis van neemt. In deze zaak gaat het echter om een lineaire gegevensstroom, namelijk tussen de GPS-tracker en de telefoon van de verdachte. Van aftappen of opnemen van gegevens uit een bestaande gegevensstroom is dus geen sprake.
Daarnaast moet er sprake zijn van gegevens die niet bestemd zijn voor degene die aftapt of opneemt. Artikel 139c Sr is gericht op de bescherming van het telecommunicatiegeheim. In deze zaak is echter sprake van gegevens die feitelijk juist wel bestemd zijn voor de ontvanger. Dat de locatiegegevens heimelijk zijn verkregen en het verkrijgen daarvan inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de gebruikers van de voertuigen, is in dit verband niet relevant. Indien de inhoud van de gegevens een rol zou spelen bij de invulling van het begrip ‘niet bestemd voor’, dan zou artikel 139c Sr een aanzienlijk ruimere reikwijdte krijgen dan alleen de bescherming van het telecommunicatiegeheim. Daarvoor zijn in de wetsgeschiedenis noch in de literatuur en jurisprudentie aanknopingspunten te vinden.
De rechtbank is hierom van oordeel dat het ten laste gelegde onder feit 4 niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De rechtbank spreekt de verdachte hiervan vrij.
3.4.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer [nummerreeks] , van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche, District D, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 457).
Ten aanzien van feit 1:
1. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , opgemaakt op 19 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 81 t/m 82):
Ik doe aangifte van diefstal van beide kentekenplaten van mijn grijze Toyota Aygo. De kentekenplaten betreffen [kentekenplaat 6] . Op 17 februari 2022 rond 11.00 uur heb ik mijn voertuig in goede orde aan de linkerzijde van de flat weggezet. Beide kentekenplaten zaten toen nog op mijn auto. Vandaag, op 19 februari 2022, rond 12.45 uur, belde de buurman van huisnummer 4 mij op mijn telefoon. Ik hoorde hem zeggen dat er geen kentekenplaten op mijn voertuig meer zaten.
2. Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] , opgemaakt op 19 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 87):
Op 19 februari 2022, omstreeks 12:10 uur was ik in mijn woning te Voorburg. Ik zag twee auto's geparkeerd staan op de parkeerplaatsen. Ik zag dat bij deze personenauto's twee jongens staan. Eén jongen was lang, 180 centimeter. Hij had een Arabisch uiterlijk, was ongeveer 25 jaar en droeg een zwarte jas en een zwarte pet. De andere jongen was korter en dik, 167 centimeter ongeveer. Hij had ook een Arabisch/Marokkaans uiterlijk. Hij had een baardje, droeg een zwarte pet en zwarte kleding met daaronder een witte capuchon. Ik keek vanuit mijn slaapkamer en zag ineens dat de dikke jongen kentekenplaten in zijn handen had. Hij stond naast een grijze Toyota Aygo. Ik zag dat aan de achterzijde van de grijze Toyota Aygo een kentekenplaat miste.
3. Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , opgemaakt op 19 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 84):
Op 19 februari omstreeks 12:00/12:30 was ik in mijn woning, in de keuken, aan de [adres 2] te Voorburg. Ik keek uit het keukenraam en zag een meneer die de nummerplaat van een auto aan het afschroeven was. Het kenteken kon ik niet lezen. Ik noem deze meneer vanaf nu: meneer 1.
Er was ook een andere meneer, die stond te kijken hoe de andere meneer de kentekenplaat verwijderde. Ik noem deze meneer vanaf nu: meneer 2.
De oude kentekenplaten werden door de meneer die erbij stond te kijken in de Renault Clio gelegd. Ik zag dat er andere kentekenplaten werden op geschroeft door de man met de pet. De kentekenplaten hadden het volgende kenteken: [kentekenplaat 6] .
Toen ging meneer 2 naar de Volkswagen Polo, deed alle deuren dicht, want deze stonden open. Toen liep hij naar de Renault Clio en stapte in en reed samen met meneer 1 weg.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 107):
Ik zag dat de mannen met z’n tweeën aankwamen en direct de motorkap van de zwarte Renault openden. Ze deden alsof ze daar iets gingen doen en liepen om de auto heen. Ik zag dat ze aan het kijken waren of iemand iets zag. Eén van de twee mannen stond heel relaxed tegen de ene auto aan, net of hij aan het observeren was. De andere man, de wat dikkere deed iets bij de kentekenplaten aan de voorkant van de auto. Volgens mij maakte hij hier iets los. Ik hoorde iets over de grond glijden. Ik weet nu niet of dat kentekenplaten waren of een wapen. Ik weet zeker dat het dezelfde mannen waren als de mannen die ik al eerder op de parkeerplaats had gezien. De ene man was namelijk een beetje dik en klein en de ander was wat smaller en langer.
5. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte, opgemaakt op 19 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 48 t/m 50):
Op 19 februari 2022 omstreeks 12:25 uur werden wij door een centralist van de meldkamer gestuurd naar de [adres 2] te Voorburg, hier werd melding gedaan van het wegnemen van kentekenplaten van een grijs voertuig.
Ter plaatse op de [adres 2] werden wij aangesproken door een getuige welke, samenvattend weergegeven, verklaarde:
- Zij had gezien dat er twee voertuigen, naar later bleek een Volkswagen Golf en Renault Clio, op de parkeerplaats van de [adres 2] aan waren gekomen;
- Uit deze voertuigen stapten twee personen welke kentekenplaten van een Toyota Aygo, grijs van kleur, wegnamen.
- De weggenomen platen werden door de personen op de Renault Clio geplaatst, het was op dat moment onbekend wat het kenteken van de Renault Clio was;
- De twee personen stapten samen in de Renault Clio en reden ook samen in de Renault Clio weg;
- Het tweede voertuig waar de twee personen in aankwamen betrof een Volkswagen Golf met kenteken [kentekenplaat 7] , dit voertuig bleef achter op de [adres 2] ;
De getuige omschreef beide NN verdachten als volgt:
- Mannen;
- Zwart haar;
- Pet;
- Snor en baard;
Ter plaatse werden twee getuigenverklaringen en een aangifte opgenomen. Ik, [verbalisant] , voerde het kenteken, [kentekenplaat 7] , van de zwarte Volkswagen Golf, welke op de [adres 2] achter was gebleven, in in de geautomatiseerde systemen van politie. Ik zag dat de tenaamgestelde van het voertuig betrof: [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum 2] 1998.
Ik zag op de politiefoto van [medeverdachte 3] dat hij zwart haar, een snor en baard had. Gezien de overeenkomsten van de politiefoto van [medeverdachte 3] met het opgegeven signalement en het feit dat de Volkswagen Golf aangewezen werd als betrokken voertuig bij de diefstal werd [medeverdachte 3] aangemerkt als één van de verdachten van de diefstal van de kentekenplaten.
[ aspirant van politie] van politie eenheid Den Haag, nam, in burger gekleed, om 13:45 uur plaats in één van de woningen gelegen aan de [adres 2] te Voorburg. Deze woning had direct zicht op de achtergebleven Volkswagen Golf. Omstreeks 14:15 uur riep [ aspirant van politie] via de gespreksgroep van bureau Leidschendam-Voorburg dat er twee mannen in een Renault Clio aankwamen op de parkeerplaats van de [adres 2] . Ik, [verbalisant] , hoorde [ aspirant van politie] , via de gespreksgroep, roepen: "Ze zijn terug, ze zijn bezig met kentekenplaten."
Ik zag op de tweede parkeerplaats, de parkeerplaats van de [adres 2] een zwart voertuig met twee mannen welke in het zwart waren gekleed. Ik zag dat bij het voertuig waar de mannen bij stonden de motorkap en de achterbak open stond, dit voertuig bleek later de Renault Clio te zijn. Ik hoorde [ aspirant van politie] roepen: "Ze hebben jullie gezien". Ik had het gevoel dat beide mannen naar mij keken. Ik, [verbalisant] , zag, toen ik eenmaal aankwam op de parkeerplaats van de [adres 2] , een man op de motorkap van de, naar later bleek, Volkswagen Golf, zitten. Ik zag dat deze man in het gezelschap was van verdachte [medeverdachte 3] . Ik zag dat deze man een pet droeg, zwart haar, een snor en baard had. Daar deze NN man overeenkwam met het opgegeven signalement, hij zich in de directe omgeving van de Renault Clio en de Volkswagen Golf bevond en [ aspirant van politie] had gezien dat hij samen met verdachte [medeverdachte 3] aan was gekomen hield ik, [verbalisant] , de NN man aan. De NN man werd op zaterdag 19 februari 2022 om 14:17 uur op de [adres 2] te Voorburg aangehouden op verdenking van de diefstal van kentekenplaten.
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 90 t/m 91):
Op 19 februari 2020, omstreeks 14:15 uur, was ik verbalisant, aanwezig aan de [adres 2] , te Voorburg.
Ik had vanuit de keuken van de woning zicht op één van de betrokken voertuigen. Dit betrof een Volkswagen Golf voorzien van kenteken [kentekenplaat 7] .
Ik zag dat een zwarte personenauto aankwam rijden, deze kwam uit de richting van de Prins Bernhardlaan. Dit betrof een zwarte Renault Clio. Ik zag dat uit de Renault Clio twee licht getinte mannen stapte. Ik zag dat hun uiterlijke kenmerken overeenkwamen met het door de getuigen eerder genoemde signalement.
Ik bleef gedurende, ik schat 2 minuten, de twee mannen in de gaten houden. Ik zag dat man 2 aan de voor en achterzijde van de Renault Clio handelingen deed. Ik zag dat hij geknield en op de grond liggend ter hoogte van de kentekenplaten handelingen deed. Ik zag dat man 1 herhaaldelijk om zich heen bleef kijken. Ik zag dat man 1 in de richting van de woning kijken waar ik op dat moment aanwezig was. Dit gaf mij het gevoel dat man 1 zijn omgeving goed in de gaten hield en dat er voor mij minder mogelijkheid was om goed zicht te houden op de twee mannen.
Ik zag dat man 2 snel om de Renault Clio heenliep. Ik zag dat hij enkele voorwerpen uit de Clio pakte en een stapeltje vormden. Ik zag dat dit stapeltje twee fel gele kentekenplaten bevatte. De andere voorwerpen kon ik niet goed waarnemen. Ik zag hoe man 1 deze voorwerpen met kracht onder een geparkeerde auto schoof.
Ik rende de woning uit over de galerij en kwam aan bij de verdachte en de collega's. Ik zag dat de collega's van de [politie-eenheid] beide personen staande hielden en dat de verdachte hun handen op het dak hadden liggen. Toen de [politie-eenheid 2] man 2 in de transportboeien hadden en de [politie-eenheid] man 1 in de transportboeien keek ik onder de geparkeerde auto's. Ik zag onder de personenauto van het merk: Mazda, type 121, welke naast de voornoemde rode Opel Zafira stond een zwart handvuurwapen liggen.
Naast de Mazda type 121 stond de eerder genoemde Opel Zafira. Hier zag ik twee kentekenplaten onder liggen met daarop een oranje voorwerp. Dit deed mij denken aan een zogenaamd ruitentikkertje.
7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 98 t/m 99):
- De twee (2) kentekenplaten zijn aangetroffen onder het donkerrode voertuig, de Opel Zafira. De kentekenplaten betreffen de kentekenplaten die eerder zijn weggenomen op de [adres 2] ter hoogte van perceelnummer [nummer] te Voorburg. Dit betreffen de kentekenplaten met [kentekenplaat 6] .
Ten aanzien van feit 2:
1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 90 t/m 91):
(
de inhoud van dit bewijsmiddel is hiervoor genoemd bij feit 1, onder 6 en dient als hier herhaald te worden beschouwd)
2. Het proces-verbaal van bevindingen inclusief bijlagen, opgemaakt op 21 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 141 t/m 188):
Op 19 februari 2022 werd de verdachte [verdachte] , aangehouden. Onder hem werden twee mobiele telefoons in beslag genomen. In de mobiele telefoon stond een chat gesprek in de applicatie Signal. Dit betrof een chat tussen de eigenaar van de telefoon [verdachte] ( [mobiel nummer 1] ) en [mede verdachte] ( [mobiel nummer 2] ).
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 20 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 112 t/m 113):
Ik, verbalisant deed onderzoek naar de telefoon van [verdachte] . lk, verbalisant, zag dat op de telefoon een app was geïnstalleerd met de naam Protrack . Bij het openen van de app zag ik een kaart gelijkend op Google Maps. Tevens zag ik dat er een afbeelding van één blauwkleurig voertuig op de kaart geplaatst was. Bij het voertuig stond het label '1 Pingpong'. Het is aannemelijk dat de positie van de voertuigen op kaart worden bepaald door zogeheten trackers en dat de app Protrack gebruikt wordt om te zien waar de voertuigen zich bevinden. Na verder onderzoek in de app bleek dat er in totaal 14 trackers geregistreerd waren in de app. Hiervan waren er 6 trackers online en 8 offline.
4. Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] , getuige, op 25 april 2023 opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank en de griffier, voor zover inhoudende:
U vraagt of ik wel eens beschikte over grote contante geldbedragen. Nee. De klanten die uit China kwamen hadden wel geld bij zich. Dat was contant geld.
U vraagt over welke bedragen ik het dan heb. De mensen die zaken kwamen doen kwamen met enkele duizenden aan contant geld.
U zegt mij dat ik bij de politie heb verklaard over een incident in Amsterdam in het begin van 2022.
U vraagt of ik weet hoeveel geld ik die dag heb opgehaald. Mijn klant zei tegen mij dat liet drie tot vierduizend euro was.
U vraagt of ik kan aangeven hoe vaak ik zulke dingen, zoals geld ophalen, deed. Dit is niet iets normaals wat regelmatig gebeurde. Het gebeurde wel eens als mensen dat vroegen.
5. Het geschrift, te weten een rapport van het NFI, van 29 juni 2022, voor zover inhoudende (p. 441 t/m 448):
WAAR6257NL - verdachte [verdachte]
RABM7169NL - [ medeverdachte 2]
Resultaten:
SIN omschrijving
DNA kan afkomstig zijn van
Bewijskracht
AAMX4220NL#01
(ruwe delen, ribbels en
randen van handgreep van pistool; AA0Z4155NL)
minimaal twee personen:
- verdachte [verdachte]
- [ medeverdachte 2]
- meer dan 1 miljard
- circa 300 miljoen
AAMX4221NL#01, (overige ribbels en randen van pistool; AA0Z4155NL)
één man:
- verdachte [verdachte]
meer dan 1 miljard
AAON8462NL#01
(buitenzijde van tracker;
AAOT5960NL)
minimaal drie personen:
- verdachte [verdachte]
- minimaal twee onbekende personen, waarvan minimaal één man
- meer dan 1 miljard
- niet van toepassing
AAON8463NL#01
(binnenzijde van tracker:
onder deksel, inclusief sim-
kaart; AAOTS960NL)
minimaal drie personen:
- verdachte [verdachte]
- minimaal twee onbekende personen
- circa 16 miljoen
- niet van toepassing
Ten aanzien van feit 3:
1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 90 t/m 91):
(
de inhoud van dit bewijsmiddel is hiervoor genoemd bij feit 1, onder 6 en dient als hier herhaald te worden beschouwd)
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 21 februari 2022, voor zover inhoudende (p. 215 t/m 217):
Soort wapen: Semi automatisch pistool
Fabrikant: HS Hrvatski Samokres
Merk: HS
Model: HS95
Kaliber: 9 x 19 mm
Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3e , gelet op artikel 2, lid 1, categorie III sub 1 van de Wet wapens en munitie.
3. Het geschrift, te weten een rapport van het NFI, van 29 jun 2022, voor zover inhoudende (p. 441 t/m 448):
(
de inhoud van dit bewijsmiddel is hiervoor genoemd bij feit 2, onder 5 en dient als hier herhaald te worden beschouwd)
3.5.
Bewijsoverwegingen
Feit 1: medeplegen diefstal kentekenplaten
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van de verdachte en van zijn medeverdachte bij het ten laste gelegde het volgende af.
Het dossier biedt aanknopingspunten om onderscheid te maken in twee fasen. De eerste fase speelt zich af rond 12:00 uur, op 19 februari 2022. Getuigen verklaren dat zij twee mannen bezig zien bij geparkeerde auto’s en dat er handelingen worden verricht aan een auto. Getuige [getuige 1] verklaart dat een van de mannen ineens kentekenplaten in zijn handen had, dat deze man naast de Toyota Aygo stond en dat deze auto een kentekenplaat mistte. Volgens de door de politie ontvangen melding werden de kentekenplaten van de Toyota Aygo door de mannen op een Renault Clio geplaats. Getuige [getuige 2] verklaart daarover dat hij ziet dat een man een kentekenplaat van een auto aan het afschroeven is en dat de oude kentekenplaten door de meneer die erbij stond te kijken in de Renault Clio werden gelegd. De andere man schroeft vervolgens de kentekenplaten van de, naar de rechtbank begrijpt, Toyota Aygo op de Renault Clio. De mannen zijn vervolgens weggereden in de Renault Clio. Vervolgens nemen verschillende politieagenten plaats in de omgeving om te kijken of deze twee mannen terugkeren naar de Toyota Aygo.
Enkele uren later, rond 14:00 uur komen er twee mannen terug naar dezelfde parkeerplaats. Een getuige verklaart dat zij ziet dat de mannen die dan teruggekomen zijn,
dezelfde mannenzijn die zij eerder die dag op de parkeerplaats heeft gezien. De signalementen die door de verschillende getuigen worden gegeven, passen bij de signalementen van de daarna aangehouden verdachten.
Door een verbalisant wordt gezien dat deze twee mannen bezig zijn bij een daar geparkeerde auto. Gezien wordt dat één man om de Renault Clio heen loopt, enkele voorwerpen uit die auto pakt, daar een stapeltje van maakt en dat dat stapeltje twee kentekenplaten bevatte. Een andere man schuift vervolgens met kracht de voorwerpen onder een andere geparkeerde auto.
Vrijwel direct hierna worden deze mannen (die later blijken te zijn: de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 3] ) aangehouden en wordt er onderzoek gedaan op de plaats van de aanhouding. Onder een auto die in de buurt geparkeerd stond, worden er twee kentekenplaten aangetroffen. De medeverdachte, [medeverdachte 3] , heeft verklaard dat hij de kentekenplaten heeft gestolen.
De rechtbank stelt vast dat de verdachte de persoon is die de kentekenplaten, nadat deze door de medeverdachte uit de Renault Clio waren gepakt, onder de geparkeerde auto schuift. Gelet op de verklaringen van de getuigen stelt de rechtbank ook vast dat het de verdachte is geweest die in de eerste fase, samen met de medeverdachte, de kentekenplaten heeft weggenomen.
Op grond van deze omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat er sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachte die in de kern heeft bestaan uit een gezamenlijke uitvoering van de diefstal. De rechtbank komt aldus tot een bewezenverklaring van het medeplegen van diefstal van de kentekenplaten.
Feit 3: medeplegen voorhanden hebben vuurwapen
De verdachte heeft de beschikkingsmacht over en de wetenschap van het vuurwapen ontkend. Het vuurwapen wordt vlak na de aanhouding van de verdachte op 19 februari 2022 onder een nabij geparkeerde auto aangetroffen. Op het vuurwapen wordt een DNA-match aangetroffen met het DNA van de verdachte. De verdediging verklaart deze DNA-match door de stelling dat de verdachte het betreffende vuurwapen enkele dagen voor 19 februari 2022 heeft aangeraakt. De rechtbank is van oordeel dat de gegeven verklaring niet uitsluit dat de verdachte (ook) op 19 februari 2022 het vuurwapen voorhanden heeft gehad. De rechtbank stelt vast dat door een verbalisant is gezien dat de medeverdachte enkele voorwerpen uit de Renault Clio pakt en daar een stapeltje van maakt. Vervolgens schuift de verdachte deze voorwerpen met kracht onder een geparkeerde auto. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders zijn dan dat het vuurwapen onderdeel was van het stapeltje voorwerpen dat door de verdachte met kracht onder een geparkeerde auto is geschoven. De kentekenplaten zijn onder deze auto (Opel Zafira) aangetroffen en het vuurwapen onder de ernaast geparkeerde Mazda.
Gelet ook op de hiervoor genoemde samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte, is de rechtbank van oordeel dat het voorhanden hebben van het vuurwapen in vereniging is gepleegd. De rechtbank acht aldus bewezen dat de verdachte op 19 februari 2022 het vuurwapen in vereniging voorhanden heeft gehad.
Feit 2: medeplegen voorbereidingshandelingen diefstal met geweld
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de inhoud van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de verdachte samen met de medeverdachte een vuurwapen, een ruitentikker (ook wel lifehammer), een telefoon met de applicatie Protrack waarmee voertuigen konden worden gelokaliseerd en een telefoon met daarop berichten en afbeeldingen die duiden op diefstal, voorhanden heeft gehad. De voorwerpen zijn allen aangetroffen vlak na de aanhouding van de verdachte. De vraag die beantwoord moet worden is of met het voorhanden hebben van deze voorwerpen voorbereidingshandelingen zijn gepleegd, en op welk strafbaar feit die voorbereidingshandelingen dan gericht zijn geweest.
De rechtbank stelt voorop dat bij de beantwoording van de vraag of voorbereidingshandelingen kunnen worden bewezen, moet komen vast te staan dat de in de tenlastelegging omschreven voorwerpen (hierna: de middelen) bestemd waren tot het begaan van het misdrijf zoals in de tenlastelegging omschreven. Daartoe dient te worden beoordeeld of de middelen afzonderlijk dan wel gezamenlijk, naar hun uiterlijke verschijningsvorm ten tijde van het handelen dienstig konden zijn voor het misdadige doel dat de verdachte met het gebruik daarvan voor ogen had.
De rechtbank heeft hiervoor reeds uiteengezet waarom zij bewezen verklaart dat de verdachte, samen met de medeverdachte het vuurwapen voorhanden heeft gehad.
Op een telefoon van de verdachte is de app Protrack aangetroffen. Met die app zijn verschillende voertuigen gevolgd. Ook zijn er in de telefoon van de verdachte chatgesprekken aangetroffen. In het bijzonder verwijst de rechtbank naar het chatgesprek op 8 februari 2022, dat de gebruiker van de telefoon voert met een ander, genaamd
[naam]. Dat gesprek gaat onmiskenbaar over het volgen van een voertuig (
1 pingpong) en over een verkenning voor het plegen van diefstal. Door de verdediging is aangevoerd dat er mogelijk enkel sprake zou kunnen zijn geweest van voorbereidingshandelingen gericht op een
inbraaken niet op diefstal met geweld. In het chatgesprek valt echter ook te lezen, in een bericht gestuurd door de verdachte: ‘Als die iets heeft kom ik. Met beveiliging.’ Deze berichten duiden wel degelijk op een geweldscomponent. Daar komt bij dat de verdachten het vuurwapen voorhanden hebben gehad, wat onmiskenbaar dienstig kan zijn voor het plegen van geweldshandelingen bij een diefstal. Gelet op deze berichten en het overige aangetroffen in de telefoon, in samenhang bezien met het voorhanden hebben van dat vuurwapen, is de rechtbank van oordeel dat deze middelen naar uiterlijke verschijningsvorm dienstig konden zijn voor het plegen van diefstal met geweld. De rechtbank is voorts van oordeel dat de verdachte samen met de medeverdachte dit misdadige doel ook voor ogen had, mede gelet op de verklaring van [slachtoffer 2] dat hij soms grote contante geldbedragen met zijn auto vervoerde. Aldus is bewezen dat de middelen bestemd waren tot het begaan van diefstal met geweld. De rechtbank acht bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen van diefstal met geweld.
3.6.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij op 19 februari 2022 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg tezamen en in vereniging met een ander, kentekenplaten, die aan [slachtoffer 1] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij in de periode 8 februari 2022 tot en met 19 februari 2022 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, en/of Hippolytushoef, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter voorbereiding van het plegen van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met geweld, opzettelijk voorwerpen, informatiedragers, te weten
- een vuurwapen, en
- een ruitentikker of lifehammer, en
- een telefoon met daarop de telefoonapplicatie Protrack die een of meerdere voertuigen volgt middels een peilbaken of een tracker, en
- afbeeldingen van een of meerdere voertuigen (die gevolgd worden met een tracking-app), en
- een telefoon met daarop overleg en/of gesprekken tussen verdachte en een medeverdachte, namelijk "Die Chinees komt naar zaantje. Wil je kijken?" en "Kun je kijken of hij een tas krijgt" en "Als je wat lijps ziet gaan we tweemans, maar ik wil pas vanaf bigshopper" althans woorden van gelijke aard of strekking bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad;
3
hij op 19 februari 2022 te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg, tezamen en in vereniging met een ander, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een semi automatisch pistool, van het merk HS, type HS95, kaliber 9 x 19 mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool voorhanden heeft gehad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bij een eventuele strafoplegging verzocht om rekening te houden met het tijdsverloop, de blanco documentatie en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De raadsman heeft verzocht om te volstaan met een onvoorwaardelijke straf gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis en om een werkstraf op te leggen in plaats van een verdere gevangenisstraf.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich in vereniging schuldig gemaakt aan diefstal van kentekenplaten, het voorhanden hebben van een vuurwapen en heeft in een periode van twaalf dagen voorbereidingshandelingen gepleegd voor diefstal met geweld. Diefstal van kentekenplaten is doorgaans een feit waarmee andere strafbare feiten worden voorbereid of begaan. Daarnaast werkt het gebruik maken van valse kentekenplaten ontwrichtend voor de identificatie van voertuigen in het verkeer.
De verdachte heeft met zijn telefoons voertuigen kunnen volgen en heeft actief een ander de opdracht gegeven om een voertuig te doen volgen en de bestuurder van dat voertuig in de gaten te houden. Het gesprek dat de verdachte met die ander voerde, ging onmiskenbaar over een verkenning voor het plegen van een strafbaar feit. Van aangever [slachtoffer 2] (geïdentificeerd als de gebruiker van gevolgde auto
‘1 pingpong’) en een andere gebruiker van een gevolgde auto is gebleken dat zij geldbedragen dan wel waardevolle spullen in deze voertuigen vervoerden.
De verdachte had een vuurwapen voorhanden. Het voorhanden hebben van een vuurwapen in de openbare ruimte is een zeer kwalijk feit. Hoewel er geen munitie is aangetroffen, kan ook een ongeladen wapen gevaarzettend zijn. Het ongecontroleerde voorhanden hebben van dergelijke wapens moet dan ook krachtig worden bestreden.
De rechtbank neemt in overweging dat de verdachte geen echte openheid van zaken heeft gegeven. Namens de verdachte is aangevoerd dat hij vanaf het begin meewerkend is geweest, maar de rechtbank ziet dat anders. De verdachte heeft geen coöperatieve proceshouding getoond. Op enkele delen van de beschuldiging heeft de verdachte weliswaar antwoorden gegeven, maar bij doorvragen heeft de verdachte zich telkens op zijn zwijgrecht beroepen.
De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van de verdachte van 5 september 2023. Daarop staan geen relevante onherroepelijke veroordelingen.
De rechtbank heeft kennis genomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 27 juni 2022. De reclassering overweegt dat er sprake is van stabiliteit op basale leefgebieden. De verdachte heeft werk, huisvesting en er is sprake van steunende familiecontacten. De reclassering heeft zich onthouden van het geven van advies. Ter zitting heeft de verdachte verklaard dat hij gestopt is met het gebruiken van ballonnen en drank. Ook is de verdachte inmiddels getrouwd en is zijn vrouw zwanger. De verdachte werkt en heeft een goed inkomen.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. Daarin is als uitgangspunt bij het voorhanden hebben van een pistool in de openbare ruimte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden vermeld. De rechtbank ziet geen reden om af te wijken van het oriëntatiepunt. Voor diefstal van kentekenplaten en voorbereidingshandelingen ten aanzien van diefstal met geweld zijn geen oriëntatiepunten. De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij straffen die doorgaans voor dergelijke feiten worden opgelegd.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt. De rechtbank acht ook een voorwaardelijke gevangenisstraf passend, enerzijds om de ernst van de gepleegde feiten tot uitdrukking te brengen en anderzijds om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken.
De rechtbank acht, alles afwegende een gevangenisstraf van vijftien maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

7.De inbeslaggenomen voorwerpen

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwerpen vermeld onder 2 tot en met 9 op de beslaglijst dienen te worden verbeurdverklaard. Het onder 1 vermelde voorwerp kan worden teruggegeven aan de verdachte.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen omtrent het beslag.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 genoemde voorwerpen verbeurdverklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar aangezien deze voorwerpen aan de verdachte toebehoorden en met behulp van deze voorwerpen het onder 2 bewezenverklaarde feit is begaan of voorbereid.
Bij de vaststelling van deze bijkomende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet, zal de rechtbank de teruggave aan de verdachte gelasten van het op de beslaglijst onder 1 genoemde voorwerp.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 33, 33a, 46, 47, 57, 311, 312 van het Wetboek van Strafrecht;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 4 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 2:
voorbereiding van diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, die diefstal gemakkelijk te maken of bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 3:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot 5 (vijf) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
twee jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
gelast de teruggave aan de verdachte van het op de beslaglijst onder 1 genoemde voorwerp, te weten:
1. STK Tas
(Omschrijving: [nummerreeks] - [nummers 1] , bruin, merk: Louis Vuitton);
verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 genoemde voorwerpen, te weten:
2. 1 STK Zendapparatuur
(Omschrijving: [nummerreeks] - [nummers 2] , zwart)
3. 1 STK Zendapparatuur
(Omschrijving: [nummerreeks] - [nummers 3] )
4. 1 STK Zendapparatuur
(Omschrijving: [nummerreeks] - [nummers 4] , zwart)
5. 1 STK Zendapparatuur
(Omschrijving: [nummerreeks] - [nummers 5] , zwart)
6. 1 STK Zendapparatuur
(Omschrijving: [nummerreeks] - [nummers 6] , Zwart)
7. 1 STK Telefoontoestel
(Omschrijving: [nummerreeks] _ [nummers 7] , zwart, merk: Apple Iphone 12)
8. 1 STK Telefoontoestel
(Omschrijving: [nummerreeks] _ [nummers 8] , apple Iphone)
9. 1 STK Simkaart van zaktelefoon
(Omschrijving: [nummerreeks] _ [nummers 9] , Vodafone).
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.L. Harmsen, voorzitter,
mr. R.G. de Lange-Tegelaar, rechter,
mr. A.A. de Groot, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Ferwerda, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 november 2023.