ECLI:NL:RBDHA:2023:16573
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- S. Mac Donald
- J.P. Ankum
- Rechtspraak.nl
Beoordeling asielaanvraag en voorlopige voorziening in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Syrische nationaliteit, heeft in 2023 asiel aangevraagd in Nederland, met de motivatie dat hij bij zijn zoon wil verblijven die in Nederland woont. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft verzocht om een voorlopige voorziening om uitzetting te verbieden totdat op het beroep is beslist.
De rechtbank heeft op 11 oktober 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiser heeft verklaard dat hij in 2014 of 2015 Syrië heeft verlaten en via verschillende landen naar Nederland is gereisd. De rechtbank oordeelt dat de aanwezigheid van eisers zoon in Nederland niet als een bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt die zou leiden tot onevenredige hardheid bij de overdracht aan Duitsland. De rechtbank concludeert dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag niet in behandeling wordt genomen en dat de beroepsgrond van eiser niet slaagt.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.