Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Stichting Hoger Beroepsonderwijs Haaglanden,
1.Het procesverloop
2.De feiten
(…)
(…)
(…)
(…) Second opinion is geweest. Hieruit is naar voren gekomen dat de second opinion bedrijfsarts geen 26 weken prognose afgeeft. Tevens vermeld dat er geen beperkingen zijn. Zodoende de conclusie dat medewerker de eigen werkzaamheden volledig kan uitvoeren.
(…)
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
ziekte of gebreken van de werknemer waardoor hij niet meer in staat is de bedongen arbeid te verrichten, mits de periode, bedoeld in artikel 670, leden 1 en 11, is verstreken en aannemelijk is dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden en dat binnen die periode de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht”.
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Gelet op de toegepaste ontbindingsgrond en de gehanteerde opzegtermijn onder 5.10 volgt al dat geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van de werkgever. Bovendien blijkt uit de overige stukken dat de werkgever zich meer dan voldoende heeft ingespannen om te proberen de werkneemster te laten re-integreren. Dat dit niet is gelukt leidt nog niet tot verwijtbaar handelen van de werkgever, laat staan ernstige verwijtbaarheid.