ECLI:NL:RBDHA:2023:16537
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van asielaanvraag van Algerijnse eiser na niet verschijnen op gehoor
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, van Algerijnse nationaliteit en geboren in 1997, heeft op 11 maart 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 26 juli 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat eiser zonder goede reden niet is verschenen op een gehoor op 20 juli 2023. Eiser stelt dat hij de uitnodiging voor dit gesprek niet heeft ontvangen en dat hij daarom alsnog gehoord had moeten worden.
De rechtbank heeft de zaak op 11 september 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van verweerder aanwezig waren. Verweerder heeft toegelicht dat eiser op 19 juli 2023 nog was gezien en dat hij een afsprakenkaart had voor het gehoor op 20 juli. De rechtbank concludeert dat het niet verschijnen van eiser niet verschoonbaar is, aangezien hij geen zienswijze heeft ingediend en ook niet ter zitting is verschenen om uitleg te geven.
Eiser heeft ter zitting ook aangevoerd dat de aanvraag buiten behandeling had moeten worden gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze beroepsgrond te laat is ingediend en daarom buiten beschouwing wordt gelaten. Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van Ettikhoven, griffier, en is openbaar gemaakt op 15 september 2023.