Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
regio Haaglanden, locatie: Den Haag
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 16 oktober 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01], geboren op [geboortedatum01] 2017. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om een ondertoezichtstelling van negen maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing van zes maanden, omdat [naam01] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door zelfbepalend gedrag en onveilige situaties thuis. De ouders, die een geregistreerd partnerschap hebben, zijn belast met het ouderlijk gezag, maar hebben moeite om [naam01] de benodigde structuur en begeleiding te bieden. De moeder heeft te maken met stress en somberheid door persoonlijke omstandigheden, terwijl de vader veel afwezig is door werkverplichtingen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 oktober 2023 hebben beide ouders hun standpunten naar voren gebracht. De moeder is van mening dat de uithuisplaatsing niet nodig is en pleit voor een snellere terugplaatsing van [naam01]. De vader steunt het verzoek van de Raad, gezien de huidige situatie tussen de ouders. De gecertificeerde instelling, die als informant is aangesteld, onderschrijft de zorgen van de Raad en benadrukt het belang van een zorgvuldige terugplaatsing.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing zijn voldaan. De ontwikkeling van [naam01] is in gevaar en de ouders zijn niet in staat om deze bedreiging zelfstandig af te wenden. Daarom is de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling te verlenen voor negen maanden en de machtiging tot uithuisplaatsing voor zes maanden, met de mogelijkheid tot eerdere terugplaatsing indien de situatie bij de ouders verbetert.