ECLI:NL:RBDHA:2023:16519
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging gezag en geslachtsnaam in familierechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het gezag en de geslachtsnaam van de minderjarige [minderjarige01]. Het verzoek is ingediend door de moeder en [verzoeker02], die samen het gezag over [minderjarige01] willen uitoefenen. De rechtbank heeft eerder, op 2 mei 2023, de betrokken partijen doorverwezen naar omgangsbegeleiding en de Raad voor de Kinderbescherming om advies gevraagd. De Raad heeft in zijn rapportage geadviseerd het verzoek tot gezamenlijk gezag toe te wijzen, omdat er geen gegronde vrees is dat de belangen van [minderjarige01] verwaarloosd worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat [minderjarige01] een sterke band heeft met [verzoeker02], die hem als zijn vader beschouwt en voor hem zorgt.
Wat betreft het verzoek om wijziging van de geslachtsnaam heeft de rechtbank geoordeeld dat het belang van [minderjarige01] zich ertegen verzet om zijn geslachtsnaam te wijzigen. De rechtbank heeft overwogen dat [minderjarige01] nog te jong is om de gevolgen van een naamswijziging te overzien en dat hij de kans moet krijgen om zelf een keuze te maken als hij ouder is. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, gezien de aard van de procedure. De beslissing houdt in dat de moeder en [verzoeker02] voortaan gezamenlijk het gezag over [minderjarige01] uitoefenen, terwijl het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam is afgewezen.