ECLI:NL:RBDHA:2023:16488
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag Moldavische nationaliteit
Op 2 november 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van verzoekers van Moldavische nationaliteit, die een voorlopige voorziening vroegen in verband met hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 25 september 2023 besloten om de aanvragen niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van deze aanvragen. Verzoekers, die gezamenlijk met hun minderjarige kind optraden, hebben hiertegen beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak is gedaan op de beroepen van verzoekers, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De verzoeken om een voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van mr. D.G. van den Berg als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.