Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[naam eiser 1] , eiser 1, V-nummer: [V-nr.]
[naam kind 1], en
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 oktober 2023 uitspraak gedaan in drie asielzaken van een Zuid-Afrikaans gezin, bestaande uit eiser 1, eiseres en hun twee kinderen. De asielaanvragen zijn op 26 januari 2022 ingediend, waarbij het gezin vreesde voor geweld in Zuid-Afrika vanwege hun witte huidskleur en de rode haarkleur van hun dochter. De rechtbank heeft de beroepen van eisers tegen de afwijzing van hun asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ongegrond verklaard. De staatssecretaris had in zijn besluiten aangegeven dat, hoewel de identiteit en nationaliteit van eisers geloofwaardig waren, de vrees voor vervolging niet voldoende onderbouwd was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen reëel risico op ernstige schade bestaat voor het gezin bij terugkeer naar Zuid-Afrika. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar rapporten die aangeven dat het aantal muti-killings in Zuid-Afrika afneemt en dat de zorgen van eisers niet voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank heeft ook overwogen dat de belangen van het kind in de besluitvorming zijn meegenomen, maar dat de vrees van eisers niet op voldoende feiten is gebaseerd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris de asielaanvragen terecht heeft afgewezen en dat er geen sprake is van machtsmisbruik. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.