Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser 6], eisers
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
1 december 2023een besluit op de aanvraag te nemen;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een beroep van eisers tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis vanuit Gaza. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. K. Ross, hebben beroep ingesteld omdat verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, niet tijdig een besluit heeft genomen. De rechtbank heeft op 5 oktober 2023 een verweerschrift ontvangen van verweerder, waarop eisers op 18 oktober 2023 hebben gereageerd. De rechtbank heeft vervolgens op 18 oktober 2023 het voornemen geuit om zonder zitting uitspraak te doen, maar verweerder heeft hier geen toestemming voor gegeven. De zitting vond plaats op 31 oktober 2023, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is en heeft verweerder een nadere beslistermijn van zestien weken opgelegd, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de ingebrekestelling. Dit betekent dat verweerder uiterlijk op 1 december 2023 een besluit moet nemen. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 250,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 37.500,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 1.046,25. De rechtbank heeft benadrukt dat de omstandigheden in Gaza niet relevant zijn voor de vraag of de beslistermijn is overschreden en dat verweerder zorgvuldig moet omgaan met verzoeken om toestemming voor een zitting.
De uitspraak is gedaan door mr. Y. Moussaoui en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.