ECLI:NL:RBDHA:2023:16389
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag traplift op grond van de Wmo 2015 in verband met strijdigheid met het Bouwbesluit 2012
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een traplift op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag afgewezen met het argument dat de plaatsing van de traplift in strijd is met de bouwregels van het Bouwbesluit 2012. Eiseres, die in een portiekwoning op de derde etage woont en bekend is met verschillende lichamelijke klachten, had verzocht om de plaatsing van drie trapliften. Het college had in plaats daarvan een eenmalig persoonsgebonden budget (pgb) voor een verhuizing toegekend.
De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft geconcludeerd dat de traplift van de eerste naar de derde etage niet voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit 2012. De rechtbank stelt vast dat de vrije breedte van de trap na plaatsing van de traplift niet voldoet aan de vereisten, wat betekent dat de woning van eiseres niet bruikbaar is voor het plaatsen van een traplift. Eiseres had ook een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel, verwijzend naar een eerder geplaatste traplift in een andere woning, maar de rechtbank oordeelt dat de omstandigheden in dat geval niet vergelijkbaar zijn.
De rechtbank concludeert dat het college de aanvraag van eiseres om trapliften terecht heeft afgewezen en verklaart het beroep ongegrond. Dit betekent dat het bestreden besluit in stand blijft en eiseres geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, rechter, en is openbaar uitgesproken op 27 oktober 2023.