ECLI:NL:RBDHA:2023:16373
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure over geluidsoverlast
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 11 april 2023 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoekster die betrokken was bij een civiele procedure tegen een wederpartij over geluidsoverlast. De verzoekster was van mening dat de kantonrechter, mr. W.A. Swildens, blijk had gegeven van vooringenomenheid tijdens de zittingen. De wrakingskamer oordeelde dat de kritische en actieve houding van de kantonrechter niet had geleid tot de objectief gerechtvaardigde schijn van partijdigheid. De kantonrechter had zijn rol als rechter naar behoren vervuld door kritische vragen te stellen en de procesrisico's te belichten. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter de vrijheid heeft om een actieve rol aan te nemen in de procedure, zolang dit niet overgaat in partijdigheid.
De verzoekster had haar wrakingsverzoek onderbouwd met de stelling dat de kantonrechter tijdens de zitting te kritisch was geweest over de getuigen en de kansen op bewijslevering. De kantonrechter had echter aangegeven dat hij geen vooringenomenheid had en dat zijn opmerkingen bedoeld waren om partijen te informeren over de procesrisico's. De wrakingskamer concludeerde dat de opmerkingen van de kantonrechter niet getuigen van partijdigheid en dat het verzoek tot wraking derhalve werd afgewezen. De procedure in de hoofdzaak kan voortgezet worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.