ECLI:NL:RBDHA:2023:16363

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
31 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.30888
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na afwijzing verblijfsvergunning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had verzocht, kreeg op 25 september 2023 een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid waarin zijn aanvraag als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Dit besluit was gebaseerd op artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder a, van dezelfde wet. Tevens werd verzoeker medegedeeld dat hij Nederland onmiddellijk moest verlaten en dat er een inreisverbod voor de duur van twee jaar werd opgelegd.

Tegen dit besluit heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 17 oktober 2023 behandeld, maar verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet ter zitting verschenen. De voorzieningenrechter heeft in een andere zaak, met zaaknummer NL23.30887, op dezelfde dag uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep, was een voorlopige voorziening niet meer nodig. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.30888

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A.M. Veld),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.D. Albarda).

Procesverloop

Bij besluit van 25 september 2023 (het bestreden besluit) heeft de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) en artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder a, Vw 2000. Daarbij is ook bepaald dat verzoeker niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd en evenmin voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw 2000. Daarnaast is aan verzoeker medegedeeld dat hij Nederland onmiddellijk moet verlaten evenals dat een inreisverbod voor de duur van twee jaar wordt opgelegd.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.30887, op 17 oktober 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van de staatssecretaris. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn met kennisgeving vooraf niet ter zitting verschenen.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.30887, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.S. Derks, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www. rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.