ECLI:NL:RBDHA:2023:16359

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
31 oktober 2023
Zaaknummer
NL23.17893
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf voor specialiteitenkok Chinese keuken op basis van onvoldoende kwalificaties

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die zich als specialiteitenkok Chinese keuken wilde vestigen, had zijn aanvraag ingediend op basis van een koksboekje en werkgeversverklaringen. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen, omdat eiser niet aan de vereiste kwalificaties zou voldoen. De rechtbank heeft het beroep van eiser op 18 augustus 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. De staatssecretaris werd bijgestaan door een vertegenwoordiger van het UWV.

De rechtbank heeft de afwijzing van de aanvraag beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser had een Occupational Qualification Certificate (koksboekje) niveau 4 overgelegd, maar de staatssecretaris had twijfels over de echtheid en de kwalificaties van eiser, vooral na een interview bij de Nederlandse ambassade in Peking. Het UWV had negatief geadviseerd over de kwalificaties van eiser, en de rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris op goede gronden tot de afwijzing van de aanvraag had kunnen komen. De rechtbank oordeelde dat eiser niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat hij voldeed aan de vereiste kwalificaties voor de functie van Chinese specialiteitenkok.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de staatssecretaris de afwijzing van de mvv in stand mocht laten. De rechtbank wees ook op het ontbreken van aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.17893

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1] , V-nummer: [nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. V.L. van Wieringen)
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: drs. J.D. Albarda).

Procesverloop

1. Bij besluit van 23 augustus 2022 heeft de staatssecretaris zijn kennisgeving van 29 december 2021 ingetrokken en de aanvraag van eiser om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) afgewezen omdat eiser niet aan de kwalificaties voor de verstrekking van een mvv voldoet. De staatssecretaris heeft bij het bestreden besluit van 23 mei 2023 het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en het besluit van 23 augustus 2022 in stand gelaten.
2. De rechtbank heeft het beroep op 18 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben de gemachtigden van partijen deelgenomen. De gemachtigde van de staatssecretaris werd bijgestaan door mr. A. Verwijs, werkzaam bij het UWV.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de aanvraag. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
4. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris het bezwaar van eiser ongegrond heeft mogen verklaren, zodat de afwijzing van de aanvraag in stand kan blijven. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het juridisch kader
5. De beoogd werkgever van eiser, [naam 2] . (referent), heeft op 29 juli 2021 een mvv met als doel “arbeid in loondienst” voor eiser aangevraagd. Referent wil dat eiser als specialiteitenkok Chinese keuken arbeid in loondienst voor hem gaat verrichten. Op grond van paragraaf 19A van de Uitvoeringsregels, behorende bij de artikelen van de Regeling uitvoering wet arbeid vreemdelingen 2014 (de uitvoeringsregels oud), geldt een bijzondere regeling voor de verlening van een mvv voor koks ten behoeve van Aziatische horeca. Om voor die bijzondere regeling in aanmerking te komen moet de kok aantonen dat hij over de vereiste kwalificaties beschikt, met dien verstande dat ook een certificaat kan worden overgelegd waaruit zijn kwalificaties blijken. Op grond van paragraaf 8.3.b.16. van de huidige uitvoeringsregels bij de Ruwav gelden de uitvoeringsregels oud voor de aanvraag van eiser.

Wat is aan het bestreden besluit voorafgegaan?

6. Eiser heeft, ter onderbouwing van zijn kwalificaties als specialiteitenkok, een Occupational Qualification Certificate (ook wel “koksboekje”) niveau 4 overgelegd. De staatssecretaris heeft het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) verzocht om te beoordelen of eiser voldoet aan de vereiste kwalificaties om bij referent arbeid te verrichten. Het UWV heeft op 23 december 2021 positief geadviseerd. De staatssecretaris heeft referent op 29 december 2021 een kennisgeving gestuurd dat de mvv verleend wordt.
Op 16 juni 2022 heeft eiser een interview gehad bij de Nederlandse ambassade te Peking. Eiser heeft daar verklaard dat hij de volgende werkervaring heeft opgedaan:
  • van 2012 tot december 2019: als verkoopmedewerker en chauffeur;
  • van december 2019 tot februari 2020: als leerling in een klein Chinees restaurant;
  • van 2020 tot april 2022: als teppanyaki kok bij een restaurant.
6.1.
Naar aanleiding van voornoemd interview zijn er bij de ambassade twijfels gerezen over de vraag of eiser daadwerkelijk aan de kwalificaties voldeed en heeft de ambassade de staatssecretaris op 30 juni 2022 verzocht om zijn beslissing van 29 december 2021 te herzien. De staatssecretaris heeft UWV opnieuw verzocht om advies uit te brengen. Op 22 augustus 2022 heeft UWV advies uitgebracht en negatief geadviseerd. De staatssecretaris heeft het advies van UWV voor de motivering van zijn besluit van 23 augustus 2022 overgenomen.
6.2.
In de bezwaarprocedure heeft eiser op 7 februari 2023 werkgeversverklaringen overgelegd. Uit die verklaringen volgt dat eiser werkervaring als kok van 1 december 2019 tot heden heeft opgedaan. Op 8 mei 2023 heeft UWV advies in de bezwaarprocedure uitgebracht. De staatssecretaris heeft voor de motivering van het bestreden besluit het advies van UWV overgenomen.
6.3.
Samengevat heeft UWV het volgende geadviseerd. UWV heeft informatie verkregen van “de sectorvertegenwoordiger VCHO” (de rechtbank begrijpt: van contacten in de Aziatische horeca) over de procedure in China om een koksboekje te bemachtigen. Om voor een koksboekje niveau 4 te kwalificeren moet eiser volgens die informatie ten minste 3 jaar als kok werkzaam zijn geweest na het behalen van een koksdiploma niveau 5 of moet hij 7 jaar als kok werkzaam zijn geweest of moet eiser in het bezit zijn van diploma’s die zijn afgegeven door erkende beroepsonderwijsinstellingen. Volgens UWV kan eiser, gelet op zijn verklaringen bij de ambassade, niet aan de kwalificaties voor zijn koksboekje hebben voldaan. Eiser heeft weliswaar werkgeversverklaringen overgelegd waaruit werkervaring als kok blijkt, maar die werkervaring heeft vrijwel uitsluitend betrekking op de periode nadat hij zijn koksboekje heeft ontvangen. UWV heeft daarom sterke twijfels of eiser op rechtmatige wijze aan het koksboekje is gekomen. UWV heeft verder informatie verkregen van de
Immigration Liaison Officer(ILO) van het Nederlandse consulaat te Guangzhou. Volgens de ILO is bij herhaling gebleken dat er ook vervalste en gekochte certificaten worden uitgegeven en geregistreerd. UWV concludeert daarom dat eiser niet met objectieve bronnen heeft aangetoond dat hij beschikt over de benodigde kwalificaties voor de door hem te vervullen functie.
De beroepsgrond
7. Volgens eiser heeft verweerder geen goede redenen om de aanvraag af te wijzen, omdat hij aan de voorwaarden voor het verlenen van de mvv voldoet. Volgens eiser blijkt uit het door hem overgelegde koksboekje en de werkgeververklaringen dat hij over de vereiste kwalificaties beschikt. Volgens eiser heeft de staatssecretaris geen goede redenen om te twijfelen aan de echtheid van het koksboekje. Het koksboekje is geregistreerd bij een erkende onderwijsinstelling en is door de staatssecretaris niet onderzocht.
Het oordeel van de rechtbank
8. De rechtbank overweegt als volgt. Het ligt op grond van paragraaf 19a van de uitvoeringsregels, zoals die in dit geval van toepassing zijn, op de weg van eiser om gegevens en stukken te overleggen waaruit blijkt dat hij gekwalificeerd is om de functie van Chinese specialiteitenkok te vervullen. Die regels bepalen immers dat weliswaar een certificaat kan worden overgelegd waarmee de kwalificaties worden aangetoond, maar dat uit dat certificaat moet blijken dat de kok de taken zoals beschreven binnen de functie beheerst. De staatssecretaris heeft op goede gronden tot het oordeel kunnen komen dat dat laatste niet uit het certificaat blijkt, omdat zijn verklaringen bij de ambassade sterke twijfel oproepen over zijn opleiding en werkervaring, en dus over de vraag of hij gekwalificeerd is om de functie van Chinese specialiteitenkok te vervullen. Uit de overgelegde werkgeversverklaringen volgt evenmin dat eiser aan de vereiste kwalificaties voldoet. De staatssecretaris heeft daarin geen redenen hoeven zien voor een andersluidend besluit.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond, wat betekent dat de staatssecretaris ervan heeft mogen afzien een mvv aan eiser te verstrekken.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, rechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is openbaar gemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.