ECLI:NL:RBDHA:2023:16358
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regelgeving
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. K. Benchaïb, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M. Talsma, was dat de aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Oostenrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag volgens de Dublin-regelgeving.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 10 oktober 2023 behandeld, maar de verzoeker is niet verschenen. De vertegenwoordiger van de verweerder was wel aanwezig. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL23.30356, behandeld, die verband houdt met het beroep van de verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 oktober 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.