Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
- binnen een maand een strafrechtelijk onderzoek te starten naar de onder 2.7 sub 2 tot en met 6 vermelde aangiftes van [eiser] en vervolgens binnen zes maanden na heden voor iedere aangifte afzonderlijk een gemotiveerde vervolgingsbeslissing te nemen;
- binnen een maand in alle lopende procedures ex artikel 12 Wetboek van Strafvordering (Sv) zowel het standpunt van de behandelend officier van justitie als de zienswijze van de advocaat generaal in te dienen bij het gerechtshof Den Haag;
- binnen een maand een beslissing te nemen met betrekking tot de klacht van [eiser] van 13 juni 2022 tegen de hoofdofficier van justitie en een afschrift te sturen van strafdossier [nummer 1] ;
- binnen een maand te beslissen op het verzoek van [eiser] uit hoofde van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van 30 april 2022;
- binnen een maand te beslissen op de klacht van [eiser] tegen Bureau Jeugdzorg (BJZ) van 13 april 2023;
- de vanaf 2019 door [eiser] gestuurde brieven expliciet te betrekken in het strafrechtelijk onderzoek naar en bij de vervolgingsbeslissingen over de hiervoor bedoelde aangiftes;
- in de toekomst de goede ontvangst van brieven, klachten en aangiftes van [eiser] te bevestigen en hierop binnen een redelijke termijn in lijn met de geldende regelgeving te reageren.
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
geensprake is en dat hij [eiser] dan ook niet met een dergelijk netwerk in verband brengt. Integendeel, het OM heeft [de ex-echtgenote] juist vervolgd voor de door haar in dat verband geuite onterechte beschuldigingen en verdachtmakingen. Met het OM is de voorzieningenrechter voorshands dan ook van oordeel dat het hier gaat om een complottheorie die evident elke onderbouwing mist. Van het OM kan, ook als het vereiste spoedeisend belang bij deze vordering veronderstellenderwijs wordt aangenomen, in redelijkheid dan ook niet worden verlangd dat het zijn schaarse middelen inzet voor het doen van onderzoek naar het bestaan en de verspreiding van een evident ongefundeerde complottheorie en het opstellen van het door [eiser] verlangde plan van aanpak daartoe, zonder dat sprake is van een concrete verdenking.