ECLI:NL:RBDHA:2023:1630

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
14 februari 2023
Zaaknummer
09/347603.21
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Productie en distributie van vals geld met wapens in bezit

Op 15 februari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende een lange periode betrokken was bij de productie en distributie van vals geld. De verdachte, geboren in 1990 en op dat moment gedetineerd, werd beschuldigd van het namaken van bankbiljetten, waaronder euro's en Amerikaanse dollars, en het in voorraad hebben en uitvoeren van deze valse biljetten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 augustus 2019 tot en met 12 juli 2022 opzettelijk valse bankbiljetten heeft vervaardigd met het oogmerk deze als echt uit te geven. Daarnaast had de verdachte een automatisch vuurwapen, een pistool en een jammer in zijn bezit, wat de ernst van de zaak vergrootte.

Tijdens de zitting op 1 februari 2023 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie gehoord, evenals de verdediging van de verdachte. De rechtbank heeft de bekennende verklaring van de verdachte en de bewijsstukken, waaronder proces-verbaal van bevindingen en DNA-analyses, in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten en dat er geen feiten of omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 60 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest. De rechtbank benadrukte de maatschappelijke impact van het namaken en verspreiden van vals geld en het ongecontroleerde bezit van vuurwapens, wat een ernstige bedreiging vormt voor de veiligheid van de samenleving. De rechtbank heeft ook de teruggave van in beslag genomen goederen, waaronder een Oppo-telefoon, gelast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/347603-21
Datum uitspraak: 15 februari 2023
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire [inrichting] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 1 februari 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. B.R. Koenders en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. L.A. Nooijen naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na nadere omschrijving van de tenlastelegging op de terechtzitting van 1 februari 2023 - ten laste gelegd dat:
1
hij op tijdstippen in de periode van 1 augustus 2019 tot en met 12 juli 2022 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een grote hoeveelheid bankbiljetten (onder meer eurobiljetten van 20 euro en/of 50 euro en/of 100 en/of US dollarbiljetten en/of Zweedse kronen), althans een of meer bankbiljetten, heeft nagemaakt en/of heeft vervalst, (telkens) met het oogmerk om deze als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven;
2
hij op tijdstippen in de periode van 1 augustus 2019 tot en met 12 juli 2022 te 's-Gravenhage en/of in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opzettelijk
- een grote hoeveelheid bankbiljetten (onder meer eurobiljetten van 20 euro en/of 50 euro en/of 100 en/of US dollarbiljetten en/of Zweedse kronen), althans een of meer bankbiljetten die hij, verdachte en/of zijn mededader(s), zelf heeft/hebben nagemaakt en/of vervalst en/of waarvan de valsheid en/of vervalsing hem, toen hij/zij deze ontving(en) bekend was/waren met het oogmerk om deze als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven,
- zich heeft verschaft en/of heeft vervoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of in voorraad heeft gehad;
3
hij op of omstreeks 12 juli 2022 te ’s-Gravenhage een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een automatisch vuurwapen, van het merk Zastava, type M70, kaliber 7.62, zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een of meer patronen, geweermunitie van het kaliber 7.62 x 39 mm, voorhanden heeft gehad;
4
hij op of omstreeks 12 juli 2022 te 's-Gravenhage, met het oogmerk daarmee opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk of door middel van telecommunicatie zijn opgeslagen en/of worden verwerkt en/of overgedragen te veranderen, te wissen, onbruikbaar en/of ontoegankelijk te maken dan wel andere gegevens daaraan toe te voegen en/of met het oogmerk daarmee opzettelijk enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie te vernielen, te beschadigen of onbruikbaar te maken, een stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk te veroorzaken, of een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel te verijdelen, een jammer/stoorzender, zijnde een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt is gemaakt en/of ontworpen tot het plegen van een zodanig bovenomschreven misdrijf, voorhanden heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 juli 2022 te ’s-Gravenhage een jammer, een radiozendapparaat dat is gebouwd en ontworpen om (o.a.) 2, 3, 4, 5G mobiel netwerk-verkeer, GPS netwerk verkeer en WIFI 2,4G verkeer te storen door het uitzenden van breedbandige radiosignalen in daarvoor gebruikte frequentiebanden en ontworpen tot het plegen van het misdrijf genoemd in artikel 350c Wetboek van Strafrecht, met dat oogmerk voorhanden heeft gehad;
5
hij op of omstreeks 12 juli 2022 te ’s-Gravenhage een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Beretta, type 950B, kaliber 6.35mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een of meer patronen, kogelpatronen, van het merk S&B, kaliber 6.35 mm voorhanden heeft gehad.

3.De bewijsbeslissing over feit 5

Opgave van bewijsmiddelen
De rechtbank zal voor het onder 5 ten laste gelegde feit met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, volstaan. De verdachte heeft dit feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
De officier van justitie heeft met betrekking tot dit feit eveneens gerekwireerd tot bewezenverklaring.
De rechtbank gebruikt ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde feit de volgende bewijsmiddelen:
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer DHRDC20006, van de politie eenheid Den Haag, team financiële opsporing, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 2304).
1. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 1 februari 2023;
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 22 november 2022 (p. 1559 en 1560);
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 4 oktober 2022 (p. 2245 tot en met 2247).

4.De bewijsbeslissing over de feiten 1 tot en met 4

4.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 primair ten laste gelegde.
De rechtbank zal hierna, voor zover relevant, nader ingaan op specifieke standpunten van de officier van justitie.
4.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak van het onder 1 en 3 ten laste gelegde bepleit en heeft zich met betrekking tot het onder 1 en 4 ten laste gelegde op het standpunt gesteld dat deze feiten kunnen worden bewezen verklaard.
De rechtbank zal hierna, voor zover relevant, nader ingaan op specifieke standpunten van de raadsman.
4.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in de bijlage opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
4.4.
Bewijsoverwegingen
Overwegingen met betrekking tot de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten
Met betrekking tot feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken nu niet kan worden bewezen dat de verdachte, bij het namaken van de bankbiljetten, het oogmerk had om deze als echt en onvervalst uit te (doen) geven. De raadsman heeft hiertoe gewezen op de verklaring die de verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd, inhoudende dat hij de biljetten heeft nagemaakt zodat die konden worden gebruikt in videoclips van rappers of in rituelen (geldoffers).
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt hiertoe als volgt. De verdachte heeft bekend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de productie van vals geld. In zijn woning zijn aanzienlijke hoeveelheden valse eurobiljetten, valse Zweedse Kronen en valse US Dollars aangetroffen, alsmede benodigdheden voor het maken van vals geld en gegevensdragers met daarop (reeds gemaakte) valse bankbiljetten en templates. Uit de bewijsmiddelen blijkt niet alleen dat de verdachte in de gehele ten laste gelegde periode valse bankbiljetten heeft nagemaakt, maar ook dat hij deze heeft verspreid naar adressen in Nederland en in het buitenland. Zo is DNA van de verdachte aangetroffen op diverse postpakketten met vals geld, is zijn vingerafdruk aangetroffen op een € 20-biljet dat in een onderschepte enveloppe zat en is gebleken dat de status van naar Italië en Roemenië verzonden pakketten met vals geld werd gevolgd vanuit het IP-adres dat is gekoppeld aan het woonadres van de verdachte. Ook zijn in de woning van de verdachte bonnen van de aanschaf van ruim € 300,- aan postzegels in de maanden februari 2022 tot en met juli 2022 en enveloppen gevuld met vals geld aangetroffen. Daarnaast is een tas met Chinees krantenpapier aangetroffen. In onderschepte pakketjes werd dergelijk krantenpapier gebruikt als opvulling.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier geen aanknopingspunten biedt voor de verklaring van de verdachte dat hij de bankbiljetten slechts maakte voor de rapindustrie en rituelen, maar deze nog niet had verzonden. De rechtbank acht deze verklaring van de verdachte niet aannemelijk en zal deze, gelet op de hiervoor genoemde bewijsmiddelen en gelet op het late moment waarop de verdachte deze verklaring heeft afgelegd, terzijde schuiven. Gelet op de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de ten laste gelegde periode bankbiljetten heeft nagemaakt (feit 1) en dat hij deze in voorraad heeft gehad en heeft uitgevoerd (feit 2).
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van het onderdeel medeplegen, nu het dossier en het onderzoek ter terechtzitting hier geen bewijs voor biedt.
Overwegingen met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling wegens het voorhanden hebben van een wapen of munitie in de zin van artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie allereerst is vereist dat de verdachte een wapen of munitie bewust aanwezig heeft gehad. Die bewustheid hoeft zich niet uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het wapen of de munitie of tot de exacte locatie van dat wapen of die munitie. Voor het bewijs van dergelijke bewustheid geldt dat daarvan ook sprake kan zijn in een geval dat het niet anders kan dan dat de verdachte zulke bewustheid heeft gehad. Verder is voor een bewezenverklaring van dat voorhanden hebben nodig dat de verdachte feitelijke macht over het wapen of de munitie heeft kunnen uitoefenen in de zin dat hij daarover heeft kunnen beschikken.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte geen wetenschap en geen beschikkingsmacht heeft gehad over het in de voorraadkast aangetroffen automatisch vuurwapen en de bijbehorende patronen.
De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast. Het automatisch vuurwapen en de munitie zaten, bedekt onder een deken, in een boodschappentas die zich bevond in de gangkast bij de voordeur van de woning waar de verdachte samen met zijn moeder verbleef en waarvan zij als enige de sleutel hadden.
De verdachte heeft in het algemeen verklaard dat zijn moeder niet betrokken was bij de in de woning aangetroffen goederen. De verdachte heeft meer specifiek bij de politie en de rechter-commissaris met betrekking tot vragen over het aangetroffen automatisch vuurwapen en de munitie een beroep gedaan op zijn zwijgrecht. Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij enige tijd voor zijn aanhouding een huisfeestje heeft gegeven en dat een bezoeker, zonder zijn medeweten, het vuurwapen en de munitie moet hebben achtergelaten.
Naar het oordeel van de rechtbank bieden het verhandelde ter terechtzitting en het strafdossier voor de aannemelijkheid van dit door de verdachte geschetste alternatieve scenario geen aanknopingspunten. De rechtbank acht het daarbij hoogst onaannemelijk dat een bezoeker van een huisfeestje een automatisch vuurwapen plaatst in een ruimte zonder dat de bewoner van deze ruimte daarvan op de hoogte is, om vervolgens niet langer vrijelijk over het vuurwapen te kunnen beschikken. Slechts de verdachte en zijn moeder beschikten immers over de sleutel van de woning. Daar komt bij de omstandigheid dat het vuurwapen en de munitie zijn aangetroffen in een ruimte waar de verdachte blijkens zijn eigen verklaring regelmatig kwam. Tegen deze achtergrond kan het ontbreken van DNA van de verdachte op het vuurwapen, waar de raadsman ter terechtzitting op heeft gewezen, de verdachte niet vrijpleiten. De conclusie is dan ook dat de verdachte zich bewust is geweest van de aanwezigheid van het wapen en dat hij daarover heeft kunnen beschikken, zodat hij het wapen voorhanden heeft gehad.
Alles overwegend komt de rechtbank dan ook tot een bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde.
Overwegingen met betrekking tot het onder 4 ten laste gelegde
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niet van de jammer wist. Uit de bewijsmiddelen maakt de rechtbank echter op dat de jammer is gevonden in de slaapkamer, op de grond naast printers. De jammer lag dus in het zicht. Gelet hierop en in aanmerking genomen de beschrijving van de jammer door een materiedeskundige, acht de rechtbank bewezen dat de verdachte het onder 4 primair ten laste gelegde heeft begaan.

5.De bewezenverklaring

De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij in de periode van 1 augustus 2019 tot en met 12 juli 2022 te 's-Gravenhage, een grote hoeveelheid bankbiljetten (onder meer eurobiljetten van 20 euro en 50 euro en 100
euroen US dollarbiljetten en Zweedse kronen), heeft nagemaakt met het oogmerk om deze als echt en onvervalst uit te geven;
2
hij in de periode van 1 augustus 2019 tot en met 12 juli 2022 in Nederland, opzettelijk
- een grote hoeveelheid bankbiljetten (onder meer eurobiljetten van 20 euro en 50 euro en 100
euroen US dollarbiljetten en Zweedse kronen), die hij, verdachte zelf heeft nagemaakt met het oogmerk om deze als echt en onvervalst uit te geven,
- heeft uitgevoerd en/of in voorraad heeft gehad;
3
hij op 12 juli 2022 te ’s-Gravenhage een wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een automatisch vuurwapen, van het merk Zastava, type M70, kaliber 7.62, zijnde een vuurwapen geschikt om automatisch te vuren en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een of meer patronen, geweermunitie van het kaliber 7.62 x 39 mm, voorhanden heeft gehad;
4 primair
hij op 12 juli 2022 te 's-Gravenhage, met het oogmerk daarmee opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk of door middel van telecommunicatie zijn opgeslagen en/of worden verwerkt en/of overgedragen te veranderen, te wissen, onbruikbaar en/of ontoegankelijk te maken dan wel andere gegevens daaraan toe te voegen en met het oogmerk daarmee opzettelijk enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie te vernielen, te beschadigen of onbruikbaar te maken, een stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk te veroorzaken, of een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel te verijdelen, een jammer, zijnde een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt is gemaakt en ontworpen tot het plegen van een zodanig bovenomschreven misdrijf, voorhanden heeft gehad;
5
hij op 12 juli 2022 te ’s-Gravenhage een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Beretta, type 950B, kaliber 6.35mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een of meer patronen, kogelpatronen, van het merk S&B, kaliber 6.35 mm voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

6.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

7.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

8.De strafoplegging

8.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 66 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om, gelet op zijn pleidooi strekkende tot vrijspraak van het onder 1 en 3 ten laste gelegde, een lagere straf op de leggen dan gevorderd en daarbij een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en het meewerken aan begeleid wonen, teneinde recidive te voorkomen.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich gedurende een aanzienlijke periode van bijna drie jaar schuldig gemaakt aan het op grote schaal vervaardigen en (in Nederland en in het buitenland) in omloop brengen van valse bankbiljetten. De rechtbank heeft ter terechtzitting enkele valse biljetten bekeken. Op het eerste oog zagen deze er authentiek uit. De rechtbank acht het op grote schaal namaken en in omloop brengen van valse bankbiljetten maatschappelijk volstrekt onaanvaardbaar. Het vertrouwen dat mensen en bedrijven hebben in de waarde en echtheid van bankbiljetten is een essentieel uitgangspunt voor het goed functioneren van handelsverkeer en een gezonde economie. De verdachte heeft met zijn handelen dit principe ondermijnd, waardoor het risico bestaat van ernstige ontwrichting van het maatschappelijk en economisch verkeer.
Daarnaast heeft de verdachte in zijn woning een automatisch vuurwapen, een pistool, munitie en een jammer voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens en munitie brengt grote risico’s met zich voor de veiligheid van personen. Vuurwapens vormen een aanzienlijke bedreiging voor een veilige samenleving, omdat het bezit van vuurwapens maar al te vaak leidt tot gebruik daarvan, met alle mogelijke gevolgen van dien. Vuurwapens worden bovendien steeds vaker gebruikt bij het plegen van ernstige strafbare feiten, bijvoorbeeld in het (hard)drugsmilieu. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens vormt daarmee een groeiend maatschappelijk probleem, waartegen dan ook streng moet worden opgetreden.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 30 september 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, maar niet voor soortgelijke feiten.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 29 november 2022, waaruit volgt dat de verdachte ten tijde van zijn aanhouding geen vast werk en inkomen had. De verdachte heeft schulden en problemen met middelen- en alcoholgebruik. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. Daarom acht de reclassering, bij schuldigverklaring, bijzondere voorwaarden geïndiceerd. Geadviseerd wordt een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling door de forensische polikliniek van Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, het verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, het meewerken aan schuldhulpverlening en het zich actief inzetten voor het verkrijgen van werk of het volgen van een opleiding.
De straf
Gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting in aanmerking genomen. Die oriëntatiepunten geven als uitgangspunt voor het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden. Voor het voorhanden hebben van een pistool in een woning wordt als uitgangspunt een gevangenisstraf van 4 maanden gegeven. Gelet op de hiervoor geschetste toenemende problematiek van ongecontroleerd vuurwapenbezit, acht de rechtbank dat uitgangspunt echter niet passend. Voor het voorhanden hebben van een pistool in een woning acht de rechtbank een uitgangspunt van 6 maanden gevangenisstraf meer op zijn plaats. Voor wat betreft het namaken en uitvoeren van vals geld heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd. De lange periode waarin en de grote schaal waarop de verdachte zich hiermee bezig heeft gehouden, wegen strafverzwarend mee.
Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 60 maanden, passend en geboden. Het voorarrest zal hiervan worden afgetrokken. Reeds vanwege de lengte van de op te leggen gevangenisstraf, ziet de rechtbank geen aanleiding om een deel hiervan voorwaardelijk op te leggen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

9.De inbeslaggenomen voorwerpen

9.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen Oppo telefoon met IBN-code A.02.01.001 zal worden teruggegeven aan de verdachte.
9.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om teruggave van de Oppo telefoon aan de verdachte.
9.3.
Het oordeel van de rechtbank
Nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan de verdachte gelasten van de Oppo telefoon met IBN-code [nummerreeeks] .

10.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 57, 208, 209 en 350d van het Wetboek van Strafrecht;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

11.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4 primair en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 5 bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
bankbiljetten namaken, met het oogmerk om die bankbiljetten als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven;
ten aanzien van feit 2:
bankbiljetten, die hij zelf heeft nagemaakt, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, in voorraad hebben en uitvoeren;
ten aanzien van feit 3:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
ten aanzien van feit 4 primair:
het met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 350c van het Wetboek van Strafrecht wordt gepleegd, voorhanden hebben van een technisch hulpmiddel dat hoofdzakelijk geschikt gemaakt of ontworpen is tot het plegen van een zodanig misdrijf;
ten aanzien van feit 5:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
60 (zestig) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
gelast de teruggave aan de verdachte van de Oppo-telefoon met IBN-code [nummerreeeks] .
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, voorzitter,
mr. M.M. Meessen, rechter,
mr. M.R. Aaron, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. N. de Jong, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 februari 2023.
Bijlage I (bewijsmiddelen)
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer [nummerreeeks] , van de politie eenheid Den Haag, team financiële opsporing, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 2304).
Ten aanzien van feit 1 en feit 2
1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 13 juli 2022, voor zover inhoudende (p. 1557 en p. 1558):
In verband met de productie en de handel in van vals geld vond er op dinsdag 12 juli 2022 een doorzoeking plaats in de woning aan de [adres] . De woning wordt bewoond door de verdachte, genaamd [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1990.
Bij binnenkomst in de woning is er links een slaapkamer (slaapkamer 3). Hierin stonden goederen opgeslagen en werd niet als slaapkamer gebruikt. In deze slaapkamer werden 3 printers, 2 van het merk Epson en 1 van het merk Canon aangetroffen.
In deze slaapkamer werd op bed een grote hoeveelheid vals geld aangetroffen. Dit betrof briefjes van 20 en 50 euro, briefjes van 100 Zweedse kronen en Amerikaanse 20 dollar briefjes. Op een tafeltje naast een bed stond een laptop met daarop aangesloten een printer, merk Epson. Onder de tafel lagen 4 zakken met snijresten en een emmer met daarin een onbekende vloeistof. In de emmer dreef papierenpulp. Verder stond er los op de grond 2 gebruikte printers, merk Epson en een systeemkast (computer) In de hoge kast in deze slaapkamer werden stapels papier aangetroffen. Dit was papier met een veiligheidsband erin verwerkt, zoals verwerkt wordt in Zweedse kronen. Er werd ook speciaal papier met daarin veiligheidskenmerken die teruggevonden worden in euro biljetten. Daarnaast werden er in de kast en op het bed hologramstickers gevonden met daarop afbeeldingen van 10, 20, 50 en 100 euro. In de kast werd een dichtgeplakte kartonnen doos aangetroffen. Later bleek dat in de doos speciale inkt bedoeld voor brief geld zat. In de woonkamer lag op de salontafel een stapel met vals geld.
2. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 1 februari 2022, voor zover inhoudende:
Ik heb, bij indicatie, van januari 2020 tot het moment van mijn aanhouding, vals geld gemaakt.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 augustus 2022, voor zover inhoudende (p. 2117 tot en met p. 2221):
Door, mij, verbalisant, werd een onderzoek ingesteld in de veiliggestelde data afkomstig van de inbeslaggenomen laptop, beslagcode [nummerreeeks] De laptop werd aangetroffen in de slaapkamer op de eerste etage rechts achterin vanaf de trap gezien. Ik zag dat de laptop met een kabel was verbonden met een printer van het merk Epson, beslagcode [nummerreeeks] . Ik zag dat op 1 augustus 2019 het besturingssysteem Windows 7 Professional, versie 6.1, met service pack 1 was geïnstalleerd op de laptop. Ik zag dat last shutdown date/time stond vermeld "11-7-2022 11.03.02".
4. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt op 22 november 2022, voor zover inhoudende (p. 1644 tot en met p. 1651):
Op de bij [verdachte] inbeslaggenomen USB stick staan afbeeldingen van vals geld waarvan 28 serienummers en 3 plaatnummers tevens zijn aangetroffen op valse biljetten in de diverse onderschepte pakketten. Op de bij [verdachte] inbeslaggenomen laptop zijn afbeeldingen aangetroffen van vals geld waarvan 26 andere serienummers eveneens zijn aangetroffen op valse biljetten in diverse onderschepte pakketten. Bewijs van verdere verspreiding van het valse geld binnen Europa wordt onderbouwd door 16 Sienaberichten. Hierin wordt bevestigd dat de in Europa onderschepte valse bankbiljetten van hetzelfde serienummer zijn voorzien als de tientallen in Nederland onderschepte valse biljetten.
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 augustus 2022, voor zover inhoudende (p. 2033 tot en met p. 2038):
Door mij, verbalisant, werd een nader onderzoek ingesteld in de veiliggestelde data op de inbeslaggenomen usb-sticks met de beslagcodes [nummerreeeks] en harddisk met de beslagcode [nummerreeeks] vanuit de laptop. Ik zag dat op de [nummerreeeks] er honderd tweeënvijftig (152) xcf-bestanden werden teruggevonden. Ik zag dat op de [nummerreeeks] honderd veertig (140) xcf-bestanden werden teruggevonden. Ik zag dat op de [nummerreeeks] , de aangetroffen laptop, slechts vier (4) xcf-bestanden werden teruggevonden.
Het is mij ambtshalve bekend, dat de extensie xcf wordt gebruikt door het programma GIMP. Dit programma is een programma dat te vergelijken is met het programma Adobe Photoshop. Als men in GIMP een afbeelding bewerkt, dan slaat GIMP standaard deze afbeelding na bewerking op met de bestandsextensie xcf. Daarbij worden alle "lagen" die zijn aangebracht opgeslagen. Ik zag dat het overgrote deel van de aangetroffen xcf-bestanden, bestanden betroffen van Euro bankbiljetten en Amerikaanse Dollars.
6. Geschrift, te weten een rapport van de Nederlandsche Bank ‘Falsificaat Informatie ( [onderzoeksnaam] ) d.d. 6 oktober 2022, voor zover inhoudende (p. 126 tot en met p. 136):
Op dinsdag 13 juli 2022 ben ik, [nummerreeeks] , vals geld expert van het Nationaal Analyse Centrum, aanwezig geweest bij het ontmantelen van de productielocatie rond zaak [onderzoeksnaam] .
Dit rapport is opgezet met als doel inzichtelijk te krijgen welke types falsificaten zijn aangetroffen, hoeveel er in en buiten Nederland zijn aangetroffen en wat de technische componenten van deze types falsificaten zijn.
De [nummerreeeks] (afbeelding 1 en 2) is een falsificaat dat middels een inkjet-printer wordt geproduceerd. Hierbij is een aparte imitatie van een watermerk (afbeelding 3) die op het biljet worden geprint. Bij de aangetroffen falsificaten is ook gebruik gemaakt van een folie (afbeelding 4), die als imitatie dient van een origineel.
Het eerste exemplaar van dit type falsificaat werd ontdekt in september 2019 in Duitsland. In november 2019 werd deze voor het eerst in Nederland aangetroffen en is de huidige [nummerreeeks] aangemaakt als de [nummerreeeks] , een Nederlands indicatief dat in de loop van de tijd steeds vaker werd aangetroffen. Op 30 juli 2020 is besloten om alle lokale indicatieven (tabel 1) samen te voegen tot een Europees indicatief; [nummerreeeks] .
De [nummerreeeks] is in achtentwintig verschillende landen aangetroffen met in totaal 8.344 exemplaren.
7. Geschrift, te weten een rapport van de Nederlandsche Bank ‘Falsificaat Informatie ( [onderzoeksnaam] ) d.d. 6 oktober 2022, voor zover inhoudende (p. 137 tot en met p. 148):
Op dinsdag 13 juli 2022 ben ik, [nummerreeeks] , vals geld expert van het Nationaal Analyse Centrum, aanwezig geweest bij het ontmantelen van de productielocatie rond zaak [onderzoeksnaam] . Dit rapport is opgezet met als doel inzichtelijk te krijgen welke types falsificaten zijn aangetroffen, hoeveel er in- en buiten Nederland zijn aangetroffen en wat de technische componenten van deze types falsificaten zijn.
De [nummerreeeks] (afbeelding 1 en 2) is een falsificaat dat middels een inkjet-printer wordt geproduceerd. Op de biljetten wordt een aparte imitatie van het watermerk (afbeelding 3) en die ook op het biljet worden geprint. Bij de aangetroffen falsificaten is ook gebruik gemaakt van een folie (afbeelding 4), die als imitatie dient van een origineel. Deze folies zijn commercieel verkrijgbaar via verschillende (internationale) bedrijven.
Het eerste exemplaar van dit type falsificaat werd ontdekt in juli 2019 in Duitsland. In oktober 2019 werd deze voor het eerst in Nederland aangetroffen en is de huidige [nummerreeeks] aangemaakt als de [nummerreeeks] , een Nederlands indicatief dat in de loop van de tijd steeds vaker werd aangetroffen. Op 9 april 2021 is besloten om alle lokale indicatieven (tabel 1) samen te voegen tot een Europees indicatief; [nummerreeeks] . De [nummerreeeks] is in 27 verschillende landen aangetroffen met in totaal 6.133 exemplaren.
8. Geschrift, te weten een rapport van de Nederlandsche Bank ‘Falsificaat Informatie ( [onderzoeksnaam] ) d.d. 25 november 2022, voor zover inhoudende (p. 149 tot en met 160):
Op dinsdag 13 juli 2022 ben ik, [nummerreeeks] , vals geld expert van het Nationaal Analyse Centrum, aanwezig geweest bij het ontmantelen van de productielocatie rond zaak [onderzoeksnaam] . Dit rapport is opgezet met als doel inzichtelijk te krijgen welke types falsificaten zijn aangetroffen, hoeveel er in Europa 'zijn aangetroffen en wat de technische componenten van deze types falsificaten zijn.
De [nummerreeeks] is een template-falsificaat. Dit wil zeggen dat er middels het delen/verkopen van beschikbaar gestelde afbeeldingen van bankbiljetten vanuit verschillende bronnen is geproduceerd. Vanaf september 2016 werden er grotere hoeveelheden aangetroffen waarbij het grootste aandeel van dit falsificaat veelal in Duitsland werd gevonden. Dit type falsificaat is daar begonnen als [nummerreeeks] (Duitsland). Toen deze werden aangetroffen waren alle exemplaren voorzien van één serienummer ( [nummerreeeks] ) en plaatnummer [nummerreeeks] . Vanuit deze template zijn er meerdere soorten/indicatieven aangetroffen, zo ook met verschillende productietechnieken. De primaire bron van inkjetfalsificaten is 6 juni 2018 ontmanteld in Papenburg, Duitsland. In augustus 2019 werd dit type falsificaat weer steeds vaker aangetroffen met daarbij nieuwe, gemanipuleerde serienummers zoals aangetroffen op de computer van verdachte.
De [nummerreeeks] en overige identieke indicatieven zijn in drieëntwintig verschillende landen aangetroffen met in totaal 8.290 exemplaren. Vanaf augustus 2019 is een zeer sterke stijging waargenomen in de aantallen aangetroffen falsificaten (grafiek 1), duidend op een nieuwe productie-run.
Aangenomen dat dit de startdatum van de productie is, die ongeveer gelijk is aan de eerste datum van aantreffen van de andere indicatieven rond onderzoek [onderzoeksnaam] , zou dit betekenen dat verdachte 5.923 exemplaren heeft geproduceerd /gedistribueerd waarvan er 3.682 exemplaren schade hebben toegebracht en 2.241 exemplaren voortijdig zijn onderschept.
9. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 27 januari 2023, proces-verbaalnummer 252 (behorende bij de aanvulling op het einddossier), voor zover inhoudende:
Naar aanleiding van de Pro Forma zitting van 5 januari 2023 diende de advocaat van [verdachte] , mr. Nooijen, een aantal onderzoekvragen in. Onderzoekers van De Nederlandsche Bank hebben deze vragen samenvattend beantwoord. Beide documenten zijn als bijlage bij dit proces verbaal gevoegd.
Bijlage antwoorden De Nederlandse Bank:
Om tot een eigen indicatief, en dus volgnummer, te komen wordt goed gekeken naar significante kenmerken van een vals biljet. Dit is een combinatie van o.a. serienummer, plaatnummer, watermerk-imitatie, wel of geen veiligheidsdraad, foliegebruik, papiergebruik, UV reactie (of afwezigheid daarvan) en IR reactie (of afwezigheid daarvan). Al deze kenmerken samen vormen een specifiek type vals biljet.
De genoemde aantallen "aangetroffen falsificaten" waar in de rapporten over geschreven is slaan op alle valse biljetten die fysiek tot deze indicatieven behoren, aangetroffen bij winkels, bij particulieren, onderschepte postpakketten en bij de ontmantelde productielocatie. De fysiek aangetroffen valse biljetten bevatten allemaal een zelfde soort folie. Dat gebruik van folie, in combinatie met de eerder genoemde criteria zoals watermerk, serienummer, plaatnummer etc, heeft de verschillende Nationaal Analyse Centra in Europa de mogelijkheid gegeven om de valse biljetten te identificeren en classificeren tot de gerapporteerde indicatieven. Dit betekent dat deze valse biljetten zowel technisch- als qua data/gegevens overeenkomstig zijn aan de valse biljetten en productieafbeeldingen zoals aangetroffen bij verdachte.
10. Het proces-verbaal van bevindingen postpakketten, opgemaakt op 18 maart 2021, voor zover inhoudende (p. 49 tot en met p. 56):
In de periode van 1 januari 2020 tot en met 1 maart 2021, werden er meerdere postpakketjes cq post enveloppes gevuld met vals geld onderschept en ingeleverd bij de politie.
In het onderzoek met zaaknummer [nummerreeeks] werden monsters afgenomen vanaf de stukjes plakband vanaf de enveloppen. Dit spoor kreeg het volgende SIN nummer [nummerreeeks] . Het afgeleide DNA-profiel had een match met de in de DNA-databank opgeslagen gegevens van: [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] .
In het onderzoek met zaaknummer [nummerreeeks] werden monsters afgenomen vanaf de postzegels en onderliggend papier van de enveloppe. Dit spoor kreeg het volgende SIN nummer [nummerreeeks] . Het afgeleide DNA-profiel had een match met de in de DNA-databank opgeslagen gegevens van: [verdachte] , geboren [geboortedatum] -1990 te [geboorteplaats] .
In het onderzoek met zaaknummer [nummerreeeks] werden monsters afgenomen vanaf het zilverkleurige gladde deel van 11 €20,- biljetten. Dit spoor kreeg het volgende SIN nummer [nummerreeeks] . Het afgeleide DNA-profiel had een match met de in de DNA-databank opgeslagen gegevens van: [verdachte] , geboren [geboortedatum] -1990 te [geboorteplaats]
In het onderzoek met zaaknummer [nummerreeeks] werden monsters afgenomen vanaf de stukjes plakband op twee aan elkaar bevestigde enveloppen. Dit spoor kreeg het volgende SIN nummer [nummerreeeks] Het afgeleide DNA-profiel had een match met de in de DNA-databank opgeslagen gegevens van: [verdachte] , geboren [geboortedatum] -1990 te [geboorteplaats] .
In het onderzoek met zaaknummer [nummerreeeks] werden monsters afgenomen vanaf de stukjes plakband en het onderliggende papier van twee enveloppen. Dit spoor kreeg het volgende SIN nummer [nummerreeeks] Het afgeleide DNA-profiel had een match met de in de DNA-databank opgeslagen gegevens van [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] .
11. Het proces-verbaal van bevindingen postpakketten, opgemaakt op 16 december 2021, voor zover inhoudende (p. 123 tot en met p. 125):
Op 14 maart 2022 werd een Sienabericht [nummerreeeks] vanuit Duitsland ontvangen. De inhoud hiervan luidde: Een burger heeft een enveloppe ontvangen die aan zijn adres was geadresseerd maar de naam was afwijkend. Deze heeft hij overhandigd aan de politie. De enveloppe bevatte 11 valse bankbiljetten van 50 euro. Op de enveloppe werd een vingerafdruk aangetroffen die een hit gaf in Prüm met de Nederlandse database. Via Siena [nummerreeeks] bevestigde Nederland dat deze vingerafdruk van [verdachte] is (…)
In 2020 en 2021 zijn diverse pakketten met vals geld onderschept met dit serie- en
plaatnummer. Afbeeldingen van deze serie werd aangetroffen op de inbeslaggenomen USB sticks en laptop van [verdachte] .
Tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] zijn biljetten uit deze serie in
Beslaggenomen
12. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 26 september 2022, voor zover inhoudende (p. 2170 tot en met p. 2191):
Dit proces-verbaal van bevindingen is bedoeld om de distributie in kaart te brengen.
Van de maanden februari 2022 tot en met juli 2022 werden er in totaal 11 bonnen aangetroffen van de aanschaf van postzegels. Het totaal bedrag van de aanschaf van de postzegels betreft € 309,30.
(…) Dat zorgt voor een totaliteit van de aanschaf van minimaal 190 enveloppen in drie maanden.
(…) In de slaapkamer van [verdachte] werden tijdens de doorzoeking diverse enveloppen aangetroffen waar met de hand een adressering op was geschreven. Tevens werden er in de woning enveloppen aangetroffen welke gevuld waren met vals geld.
Bij het verzenden van diverse pakketten is gebruik gemaakt van Chinees krantenpapier als opvulling. Het Chinees krantenpapier werd aangetroffen bij diverse onderschepte postpakketten waarvan het onderzoeksteam middels Siena berichten van op de hoogte werd gesteld. Tijdens de doorzoeking op 12 juli 2022 op de [adres] , werd een tas aangetroffen met daarin Chinese kranten.
Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte [verdachte] werden losse geschreven notities en beschreven enveloppen aangetroffen en in beslag genomen. Bij de Penitentiaire Inrichting waar [verdachte] gedetineerd zit werd door [verdachte] geschreven documentatie gevorderd. Door de documenten te vergelijken kan er geconcludeerd worden dat er zeer sterke overeenkomsten zijn tussen het handschrift van [verdachte] , de geschreven teksten bij hem thuis en de aangebrachte adressering op de onderschepte poststukken waar zijn Dacty/DNA op zit.
Zoals beschreven in eerder opgemaakte processen verbaal is uit onderzoek gebleken dat er middels het IP-adres behorend bij de [adres] pakketten via Track&Trace gevolgd zijn.
Tijdens een onderzoek naar vals geld door de Roemeense autoriteiten kwam in maart 2021 de RN nummers van twee pakketten naar voren die werden getraceerd middels het IP-adres gekoppeld aan de [adres] , respectievelijk [nummerreeeks] en [nummerreeeks] (13 maart 2021 ).
Vanuit de Italiaanse autoriteiten kreeg het onderzoekteam de informatie dat er in mei een postpakket ( [nummerreeeks] ) was onderschept met daarin vals geld. Uit onderzoek is gebleken dat het postpakket was gevolgd via het IP-adres gekoppeld aan de [adres]
Ten aanzien van feit 3
13. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 13 juli 2022, voor zover inhoudende (p. 1557 en p. 1558):
In verband met de productie en de handel in van vals geld vond er op dinsdag 12 juli 2022 er een doorzoeking plaats in de woning aan de [adres] . De woning wordt bewoond door de verdachte, genaamd [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1990 en zijn moeder, genaamd [naam] , geboren op [geboortedatum] 1964
Direct bij de ingang stond een boodschappentas. In deze boodschappentas lag een automatisch vuurwapen, een AK47. Naast het vuurwapen in dezelfde tas lag een houder voor het vuurwapen, met daarin patronen. Het vuurwapen was door de locatie direct voorhanden.
14. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 12 juli 2022, voor zover inhoudende (p. 2231 tot en met 2234):
Het wapen werd aangetroffen in een boodschappentas bedekt met een doek in de gangkast direct naast de voordeur van perceel van [adres] .
Soort wapen: automatisch vuurwapen; merk Zastava; kaliber 7.62 x 39 mm. Bij het vuurwapen werd een patroonmagazijn aangetroffen. In dit patroonmagazijn bevond zich munitie. Dit wapen is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1, categorie II sub 2 van de Wet wapens en munitie. De aangetroffen patronen is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.
15. Het proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt op 14 juli 2022, voor zover inhoudende (p. 2280 en p. 2282):
V: Wie hebben er een sleutel tot jouw woning aan de Van [adres] ?
A: Ik alleen.
V: en je moeder ook neem ik aan?
A: Ja, mijn moeder ook.
(…)V: Het wapen en de munitie is in beslag genomen.
0: Er lag ook een grote kapmes in dezelfde ruimte.
V: Wat kan je er over zeggen?
A: Ik wilde het kapmes bewaren als aandenken van mijn vader.
V: Waarom lag het kapmes daar?
A: Het is een berghokje en als jullie daar hebben gezocht hebben jullie daar ook visspulletjes gevonden.
Ten aanzien van feit 4 primair
16. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 13 juli 2022, voor zover inhoudende (p. 1557 en p. 1558):
In verband met de productie en de handel in vals geld vond er op dinsdag 12 juli 2022 er een doorzoeking plaats in de woning aan de [adres] . Bij binnenkomst in de woning is er links een slaapkamer (slaapkamer 3). Hierin stonden goederen opgeslagen en werd niet als slaapkamer gebruikt. In deze slaapkamer werden 3 printers, 2 van het merk Epson en 1 van het merk Canon aangetroffen. Daarnaast werd een jammer en een Chinese krant aangetroffen.
17. Het geschrift, te weten een rapport bevindingen technisch onderzoek, opgemaakt op 23 augustus 2022, voor zover inhoudende (p. 2253 tot en met p. 2255):
Op basis van deze waarnemingen concludeer ik de uitrusting apparatuur betreft die ook wel 'jammers' (verstoorder) worden genoemd, bestemd voor het uitzenden van radiosignalen met grote bandbreedte. De uitrusting is, afgaande op de onderzochte karakteristieken, gebouwd en ontworpen om doelgericht frequenties die door andere toepassingen worden gebruikt te verstoren op de hiervoor genoemde frequentiebanden. Nu ik heb vastgesteld dat de geteste uitrusting gebouwd en ontworpen is om te verstoren, sluit ik uit dat een vergunning is verleend.