Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
.De termijn om te beslissen op zijn aanvraag was daarom nog niet verstreken toen zij de ingebrekestelling op 2 mei 2023
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van eiser, die zich richtte tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had op 2 november 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet tijdig op deze aanvraag heeft beslist. Echter, eiser heeft op 2 mei 2023 een ingebrekestelling ingediend, terwijl de beslistermijn op basis van het besluit WBV 2022/22, dat op 27 september 2022 van kracht is geworden, met negen maanden was verlengd. Hierdoor eindigde de beslistermijn pas op 2 februari 2024. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ingebrekestelling prematuur was, omdat de termijn voor het nemen van een besluit nog niet was verstreken. Dit betekent dat eiser niet aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder heeft voldaan. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 25 juli 2023.