Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
.De termijn om te beslissen op zijn aanvraag was daarom nog niet verstreken toen hij de ingebrekestelling indiende bij verweerder
.De ingebrekestelling is
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van eiser, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel had ingediend op 29 oktober 2022. Eiser stelde dat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet tijdig had beslist op zijn aanvraag. De rechtbank heeft partijen geïnformeerd dat een zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten zonder behandeling op een zitting.
De rechtbank overweegt dat als een bestuursorgaan niet binnen de gestelde termijn beslist, de betrokkene eerst een ingebrekestelling moet indienen. Eiser had dit gedaan, maar de rechtbank oordeelt dat de beslistermijn in zijn geval was verlengd met negen maanden op basis van een besluit dat op 27 september 2022 van kracht werd. Dit besluit verlengt de beslistermijnen voor asielaanvragen die nog niet waren verstreken.
Aangezien de termijn om te beslissen op de aanvraag van eiser nog niet was verstreken op het moment van de ingebrekestelling, oordeelt de rechtbank dat het beroep prematuur is en niet-ontvankelijk. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat eiser niet in zijn verzoek wordt ontvangen. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 25 juli 2023.