Op 3 oktober 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de opheffing van een maatregel van bewaring opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel was opgelegd op 13 september 2023, maar op 20 september 2023 werd deze opgeheven. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 26 september 2023 was eiser niet aanwezig, maar de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank beperkte haar beoordeling tot de vraag of eiser recht had op schadevergoeding, nu de maatregel van bewaring was opgeheven. Eiser stelde dat de opheffing was veroorzaakt door vormfouten en dat hij recht had op schadevergoeding voor de periode dat hij onrechtmatig in bewaring was. De staatssecretaris verklaarde echter dat de maatregel was opgeheven vanwege capaciteitsproblemen bij de IND, waardoor er geen vertrekhandeling was verricht binnen de vereiste termijn van zeven dagen.
De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring niet eerder onrechtmatig was dan het moment van opheffing. Daarom werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. S.A. van Hoof, rechter, in aanwezigheid van mr. M.H. Dijkman, griffier, en werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.